Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
De Amsterdamse derby in de eredivisie zaalvoetbal was begin november een bittere pil voor ASV Lebo met een ruime nederlaag tegen stadgenoot ‘T Knooppunt. Op dat moment stonden de Amsterdammers laatste met nul punten uit de eerste zeven wedstrijden. Vier maanden later hoopt Lebo-trainer Calvin Blankendal dat zijn ploeg er genoeg van heeft geleerd om dit recht te zetten als de regerend landskampioen terugkeert in de Sporthallen Zuid.
De ruime nederlaag was voor Lebo de laatste thuiswedstrijd in de Sporthallen Zuid. Sindsdien spelen de Amsterdammers in het Calvijn College, wat ze geen windeieren heeft gelegd. Slechts één thuiswedstrijd (tegen FC Marlene) ging verloren. “De nieuwe thuishal heeft echt voor een boost gezorgd. Op het moment dat we er moesten staan, stonden we er ook. We hebben afstand genomen van de onderste plaatssen, maar we zijn er nog niet. Ondanks dat de vierde plek (die recht geeft op de play-offs, red.) behoorlijk uit zicht is met twaalf punten achterstand, moeten we erin blijven geloven. We zijn alleen afhankelijk.”
Blankendal, die in de heenwedstrijd zelfs een paar minuten speelde, wist dat zijn ploeg als regerend landskampioen een lastig seizoen te wachten stond. In de eredivisie heeft een kampioen het vaak moeilijk om de titel te verdedigen. Maar de oefenmeester had niet verwacht dat het zo zwaar zou zijn. “Het is vooral leerzaam voor iedereen. We hebben eerst het zoet gehad, dit seizoen is het zuur. Als trainer heb ik zelf ook nog nooit zoiets meegemaakt. De kunst is om de jongens zo ver te krijgen dat ze er vertrouwen in blijven houden en de afspraken nakomen.”
Daarnaast ziet hij dat verschillende spelers bij Lebo zich de laatste weken goed hebben ontwikkeld. “Doordat bepalende spelers geblesseerd of uit vorm zijn, krijgen jonge jongens de kans om zich in het team te spelen. Over die ontwikkeling ben ik tevreden. Wat het spel betreft moet het stabieler worden. We kunnen wel voetballen, zijn nog altijd de regerend landskampioen, maar ons spel is te wisselvallig. Een overwinning op Hovocubo (8-1) is leuk, alleen probeer ik de spelers van de roze wolk af te houden zodat ze met beide benen op de grond staan. Vrijdag is namelijk weer een nieuwe wedstrijd.”
Het voordeel voor Blankendal is dat de volgende tegenstander een goede bekende is: stadgenoot ‘T Knooppunt. “Het zijn niet zozeer revanchegevoelens, meer dat we de uitslag en de manier waarop willen rechtzetten. Ik verwacht dat wij meer strijd kunnen leveren en het verschil daardoor niet zo groot zal zijn als de vorige wedstrijd. Voor zo’n wedstrijd hoef ik de jongens echt niet speciaal te motiveren. Ze willen er zelf ook staan en voor de eer van Amsterdam goed voor de dag komen.”
