Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
AGB een middenmoter in de zondag eerste klasse A: weinigen die dat enkele weken geleden voor mogelijk hielden. Door een 1-2 overwinning op bezoek bij Velsen is de ploeg van Senel Cebar naar de negende plek gestegen en hebben de Amsterdammers rechtstreekse handhaving volledig op eigen kracht behaald.
“Dit was toch een opluchting voor de club en de spelers. We doen het op eigen kracht en hebben alles zelf afgedwongen. Niet op de laatste speeldag afhankelijk zijn van anderen of het doelsaldo, maar gewoon negen punten boven de nacompetitiestreep”, jubelde Cebar na afloop. Het moment van de overwinning – het weer maakte voetballen tijdens de Ramadan extra zwaar – was misschien nog knapper dan de zege zelf.
Nadat beide ploegen halverwege weinig voor elkaar onderdeden was de tweede helft amper vijftien seconden bezig toen Velsen verrassend aan de leiding kwam. Vanaf de aftrap werd gelijk de aanval gezocht en Tim Groenwoud kopte de 1-0 binnen. “Ik weet zeker dat een hoop mensen die goal niet gezien hebben, zo snel lag de bal erin. Dat was natuurlijk heel zuur”, vervolgde Cebar.
AGB rechtte de rug en kwam na een uur spelen op gelijke hoogte. Uit een hoekschop van Mineo Berrenstein trok Mahir Ünver de stand gelijk. Daarna was het erop en erover voor de Amsterdammers. Een kwartier later bracht Bakary Jobe de bezoekers, op aangeven van Nessie Imac, aan de leiding. Een stukje ontlading kwam los bij AGB, dat vervolgens doelman Yavuz Sönmez moest danken dat de 1-2 ook het laatste fluitsignaal haalde.
De Amsterdammers klommen door deze zege over Zeeburgia en Velsen naar de negende plek. Met dertien punten uit de laatste zes wedstrijden in de derde periode is AGB bezig aan een sterke reeks. Deze kan volgende week worden afgesloten tijdens het thuisduel met Hillegom. “Ik wil die graag winnend afsluiten. Er zijn veel spelers die, net als ik, afscheid nemen en we willen het allemaal mooi achterlaten.”
Kijk hier voor alle uitslagen, de stand en het programma van de zondag eerste klasse A.
Archieffoto: Mario Wormhoudt
