Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
Mark Rutte liet op 13 oktober weten dat het amateurvoetbal vanaf 14 oktober werd stopgezet. Zaterdag en zondag zijn al tijden voetbaldagen. Een dag vol passie, gezelligheid en afloop de proosten op de overwinning of de nederlaag wegdrinken met een biertje. De trainers zijn in het weekend nu een dag extra thuis, hoe brengen ze nu hun weekenden door? We vroegen het RODA ‘23 trainer Bnar Toofeek.
Vorig seizoen werd RODA ’23 een beetje gered door corona en nu staat corona juist in de weg. De ploeg staat in de middenmoot en daar is Toofeek erg blij mee. “We hebben een groep van jong en oud. Alle jongens gaan goed met elkaar om en laten zien dat zij graag willen.” Toofeek staat op de 9de plaats na vier wedstrijden, maar het verschil met de top is klein.
Even geen zondagmiddagvoetbal wegens corona. Toofeek kon in eerste weken van de coronapauze niet echt genieten, omdat hij zelf helaas getroffen werd door corona, maar nu hij zich steeds beter voelt zal Toofeek wat meer tijd voor zichzelf nemen. Sauna, massage of wat extra tijd met zijn partner doorbrengen zijn de vervangende bezigheden nu het voetbal stilligt. Normaal is de trainer zelf ook actief in de zaal en niet op een misselijk niveau. Toofeek speelt bij NVS United in de Hoofdklasse. “Ik hou ervan om in de kleine ruimtes voetballen en in een korte tijd helemaal los te gaan. Ik ben niet echt meer van de 90 minuten, maar meer van 3 à 6 minuten lekker voetballen en daarna even rusten op de bank.” Toofeek is een echte sportman en gaat zodra hij fit genoeg is met zijn vrienden padel uitproberen. “Misschien krijg ik door corona nog een nieuwe hobby.”
Een nieuwe hobby moeten ook de spelers van Toofeek gaan zoeken om hun zelf fit te houden. De trainer ziet weinig in trainen in kleine groepjes. “Alle jongens zijn volwassen en moeten zichzelf fit houden.” In de eerste coronapauze werd er ook nog een beetje op afstand getraind, maar dit keer komt het voor de selectie van RODA ’23 dus aan op eigen verantwoordelijkheid.
Tekst: Auke Kooreman
Foto: Koos van der Leest
