Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
Abdelmalek el Hasnaoui was zondagmiddag opnieuw belangrijk voor OFC. De aanvallende middenvelder maakte op bezoek bij Blauw Geel ’38 het winnende doelpunt, waardoor de Oostzaanders met drie punten huiswaarts keerde.
De middenvelder kijkt met een goed gevoel terug op de wedstrijd, aangezien hij twee assists afleverde en zelf een treffer maakte. “We deden het na rust met een 1-1 stand uitstekend, maar kwamen vervolgens alsnog op achterstand. Daardoor moesten we nog een stapje erbij doen”, herinnert El Hasnaoui zich. “Vervolgens kwamen we goed terug in de wedstrijd en zochten we nadrukkelijk naar de derde treffer. Uit een counter kwam de bal bij mij terecht. Ik legde deze goed neer en schoot met mijn linkerbeen in de rechter hoek raak. De ontlading was groot, al vieren we bij elk doelpunt wel feest. Maar zeker na zo een wedstrijd.”
El Hasnaoui merkt dat hij zelf in een goede flow zit. “De sfeer binnen ons team is ook dit seizoen uitstekend te noemen. Hoewel wat ervaren spelers bij ons zijn vertrokken, hebben we andere jongens die deze rol op zich nemen. Daar kunnen we tevreden over zijn.” Bovendien is de middenvelder opgelucht dat hij weer kan voetballen. “Ik ben allang blij dat we weer begonnen zijn en voorlopig geen coronastop meemaken. Het is nu extra genieten om weer op het voetbalveld te staan. Persoonlijk koester ik daarom de wedstrijden die ik met het team speel.”
De voetballer hoopt dit seizoen met OFC kampioen te worden, al realiseert hij zich dat dit niet eenvoudig wordt. “Elke club wil dat in deze competitie, dus we hebben nog een lange weg te gaan. We hebben echter een goed team dat er toe in staat moet zijn.” Zelf hoopt hij een belangrijke bijdrage te kunnen leveren. “Het is alleen maar lekker als je doelpunten meepakt, maar ik geniet zelf minstens evenveel van het afleveren van assists. Op allerlei manieren kan ik zo mijn bijdrage leveren.” De eerste periodetitel is voorlopig de doelstelling. “We zijn daar nu al dichtbij, maar moeten nog even volhouden.”
Tekst: Jordi Smit
Foto: Orange Pictures
