Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
Het geboortemaand effect nog altijd de hardnekkigste ongelijkheid in de sport’
Guido Den Dikken kiest niet de makkelijkste weg in de voetbaljungle. Den Dikken, eigenaar van ‘Born to play’, een voetbalacademie die in Aalsmeer en Amsterdam met hard werken voet aan de grond kreeg. Den Dikken: “Ik ben een voorstander van een keurmerk voor voetbalscholen, iedereen dient zijn kind naar een maatschappelijk verantwoorde plaats te brengen en het is goed dat de gemeente hier actie op onderneemt”. De gemeente Amsterdam heeft zelf een heuse voetbalagenda voor opgesteld: ,,De problemen in het amateurvoetbal kunnen we als gemeente niet alleen oplossen. We zijn hiervoor afhankelijk van de verenigingen zélf, de KNVB en de commerciële voetbalscholen die bereid zijn een positieve bijdrage te leveren aan de verenigingen. Ook Ajax heeft als betaalde voetbalorganisatie een verantwoordelijkheid: het betaald voetbal gedijt immers beter bij een florerend amateurvoetbal. De Amsterdamse Voetbal Agenda is een aanpak waarin we in co-creatie met onze partners werken aan het vitaler maken van de voetbalverenigingen”, aldus Wethouder Sofyan Mbarki, exact een jaar geleden.
Ondernemen
Na het afronden van het CIOS Goes en praktijk ervaring bij PSV, vertrok Den Dikken richting de hoofdstad. ,,Ik ben bij AFC begonnen. Daar kwam ik in aanraking met The Amsterdam Football Academy (TAFA). Dat was een goede en leuke ervaring. Players United was de drijvende kracht achter Ajax Camps en clinics, waar ik ook veel vlieguren heb kunnen maken. Players United stopte er mee en ik kon ook niet verder meer.”
Na een succesvolle stage bij Ajax ging Den Dikken bij NAC aan de slag. ,,Daarnaast wilde ik er nog iets bij doen. Ik wilde gaan ondernemen. Mijn vrouw komt uit een ondernemers familie. Met haar besprak ik mijn ideeën, welke kant ik op zou willen gaan. In de periode na TAFA werd ik al regelmatig benaderd door ouders die hun kind één op één wilden laten trainen. In die tijd was dat nog wat ongewoon. Er was maar een handjevol voetbalscholen in Amsterdam en omstreken.”
Geboortemaand effect: 80% is het eerste half jaar geboren
In mijn Ajax-tijd had ik onderzoek gedaan naar het geboortemaand effect. Bij de Ajax-opleiding en bij de samenwerkende verenigingen zijn 80% van de geselecteerde spelers in het eerste half jaar geboren. Ben je in Oktober, November of December geboren, dan maak je significant minder kans om überhaupt bij een BVO te komen en/of te slagen (lees: rond 5%). Laat staan dat je sowieso goede training krijgt. Ik vind dat nog steeds, en vond dat, schrikbarend. Bij de samenwerkende clubs van Ajax – in de selectie teams – was het allemaal hetzelfde verhaal.”
Den Dikken ging aan de slag. ,,Ik wilde onderscheidend zijn, echt ergens voor staan. Zo is ‘Born to play’ ontstaan. We hebben niet voor niets de Schorpioen en Boogschutter in ons logo staan. Die sterrenbeelden staan voor de laatste maanden van het kalenderjaar. Ik heb de scheidingsdatum op 1 juli gezet. Het effect was gelijk al een eyeopener. Ik had een jongentje van AFC O8-1 die stage liep bij Ajax. Hij zat bij mij in een groepje met een jongetje van een O10-3 team, gecoacht door een vrijwillige vader. In de praktijk scheelden ze vijf dagen (begin kalenderjaar nieuw en einde kalenderjaar oud), maar bleken evengoed. Hier moeten we wat mee! Mensen voelden zich aangesproken door mijn visie. Met name door ouders met kinderen uit laatste maanden van een jaar stonden te juichen. Kinderen uit december voelen namelijk wel die weerstand. Overal kwamen spelers vandaan om bij mij te trainen; Leeuwarden, Den Bosch.
Veere
Het diepere gevoel om verschil te maken broeide al even bij Den Dikken. ,,Ik wilde iets gaan creëren: Ik kom uit een stadje Veere waar vijfhonderd man wonen. Ik was zelf helemaal gek met de bal, dribbelde door de straten. Het ontbrak me alleen aan mogelijkheden om echt te ontwikkelen. Alle besluiten die ik nu neem, stel ik mezelf de vraag: is dat iets wat ik zelf heb gemist en graag gehad zou willen hebben. Is dat een ja? Dan gaan we dat proberen. Die drijfveer is er nog steeds, na al die jaren.” Den Dikken vervolgt: “Bij Born to Play is iedereen welkom. We bieden verschillende niveaus aan. Maar, we laten niet iedereen toe, dat is wel het eerlijke verhaal. Omwille van de aantallen en beschikbaarheid trainers. We starten met de Voetbalschool. Dat is voor de breedtesport kinderen. Je hoeft echt niet supergoed te zijn, wel gemotiveerd. We stemmen alles af. Spelers moeten elkaar beter kunnen maken, wij willen daarbij helpen. Het is net zo belangrijk voor een jongetje uit de breedtesport dat komt om met zelfvertrouwen te spelen. Dat is de boodschap die de trainers ook meekrijgen. Ze moeten het kind ‘zien’. Niet alleen maar dat talentje van Ajax.”
Eigen club gaat altijd voor
Den Dikken: “Dan hebben we de performance kinderen. Dat zijn kinderen die in een selectieteam spelen. De Academie op zondag is voor potentiële BVO-spelers. Met die groep spelen we ook tegen Ajax, AZ, Feyenoord en FC Utrecht. We bieden de spelers mooie ervaringen aan. Met vijf teams zijn we naar PSG geweest en Southampton. Recent nog in Düsseldorf. Dat is prachtig om aan te mogen bieden.” Botst dat niet met verenigingsbelangen van de speler? ,,De club gaat altijd voor. Dat geldt voor al onze activiteiten. Daarin zijn we superduidelijk. Soms missen ze een voetbaltraining bij de club, omdat wij een wedstrijd spelen. Dat gaat dan altijd in overleg. Sommige clubs geven geen toestemming, dan hebben wij niet genoeg en vullen we de groep aan vanuit andere trajecten of uit ons netwerk.” Het spelen van wedstrijden en toernooien trekt ook scouts aan. ,,Wij bieden podium en mooie ervaringen. Natuurlijk melden scouts zich. Adverteren? Nee, wij drijven geen handel in voetbaldromen. Wel zijn wij op zoek naar spelers met een droom en proberen wij die passie en droom te faciliteren, zoals ik dat vroeger ook graag gewild had.”
Onderscheidend
Den Dikken zag het profvoetbalwereldje van heel dichtbij. ,,Ik heb zelf bij FC Volendam, NAC Breda en FC Twente gewerkt als teamtrainer en bij AZ als specialist individuele ontwikkeling. Natuurlijk tip ik clubs als we een enorm talent of potentie zien in een speler. Het is verder aan de club van de speler om daar mee om te gaan. Ik doe het met de beste bedoeling. Ik lok sowieso geen ouders met een verhaal ‘kom maar bij ons, dan wordt je gescout, ons track record spreekt immers voor zichzelf. Tot slot hebben we een PRO traject, die hebben een strippenkaart om te komen trainen, omdat deze spelers bij de club ook al zo’n druk programma hebben. De Elite groep zijn de top-20 besten van Nederland. Daar leveren we vooral heel specifiek maatwerk. Bij de club worden deze kinderen al zo goed geholpen. Wij bieden dat beetje wat ontbreekt.” Wat ons onderscheidend maakt, zijn de aandacht en de herhalingen, door de kleine groepen. In de voetbalschool/performance/academy werken we met maximaal tien spelers, de Pro gaat al naar zes spelers en de Elite vaak heel specifiek met één of twee spelers. Daardoor krijgen de kinderen meer aandacht, een veelvoud aan herhalingen. We zorgen dat de weerstand op orde is. Zo kunnen we de ontwikkeling een boost geven en hét verschil maken.”
Prijskaartje
De kosten zijn in vergelijk met de clubcontributie hoog. Niet iedere ouder kan dat ophoesten. ,,We zijn in principe voor iedereen toegankelijk. We werken ook samen met het sportfonds. Er hangt een prijskaartje aan om bij ons te trainen, maar daardoor kunnen wij ook deze omgeving faciliteren. Het zou kunnen dat er gezinnen zijn die dit niet kunnen betalen, maar we proberen de drempel zo laag mogelijk te houden. Wij huren velden van stichtingen, gemeentes of werken samen met verenigingen. De gemeente is druk bezig om dit allemaal te reguleren en wij werken daar graag aan mee, maar de kerk moet wel in het midden blijven staan en het reguleren moet niet ten koste gaan aan de ontwikkel-mogelijkheden van kinderen.”
Kritieken
Belasting en belastbaarheid op spelers is een niet te onderschatten onderdeel. Het doel moet net zo goed zijn om een kind een heel seizoen fris en fit te houden, nieuwsgierig. Den Dikken: “We doen alle trainingen in kleine ruimtes en trainen nooit groot. De impact is dus beperkt. Wij hebben zelden blessures. Ik heb zelf met de grootste talenten en profs gewerkt, ik weet hoe de programma’s bij clubs eruit zien. Ons programma is niet opgezet om spelers over ‘de kling’ te jagen. We ontwikkelen de vaardigheden van spelers, onze trainers hebben de kennis en ervaring om dat goed in de gaten te hebben. Ik werk met trainers die ik gekwalificeerd vind. De looptrainer is een specialist. Of een trainer die 1 op 1 heel goed onderlegd is. Een techniektrainer die uitblinkt in zijn vak. Ze hoeven echt niet allemaal een KNVB-licentie te hebben. Als ik ze specialistisch genoeg vind, dan komen ze bij ons.”
De kritiek van verenigingen is ook dat de betere trainers worden weggekaapt door voetbalscholen. Daardoor ontstaat er een tekort aan kader en zijn de clubs weer aangewezen op de vrijwillige ouders. Clubs betalen vaak minder of niets en hebben met veel andere kosten te maken. Een voetbalschool biedt wél een heel mooi zakcentje voor het trainersgilde. ,,Ik kom aan mijn trainers via mijn netwerk, een kwestie van ogen openhouden. Wij doen ook iets terug voor verenigingen. We zijn en blijven een externe partij, maar bieden workshops aan voor clubs en hun begeleidende kader. Zo leveren wij een bijdrage terug. Trainers bepalen trouwens zelf hun prioriteiten en ontwikkelen. Wij willen jonge ambitieuze mensen hebben, gevolg is ook dat we ze mogelijk kwijtraken aan een BVO. Soms blijven ze dan nog even, maar het ebt uiteindelijk weg. Dat is óók ondernemen, het ‘risico’ en alleen maar goed”, pareert Den Dikken de kritiek.
Maandag 22 juli volgt het tweede deel met Guido den Dikken; over handel in voetbaltalenten, een keurmerk voor voetbalscholen, beweegarmoede, cowboys in de markt en mogelijke opties als oplossing met betrekking tot het geboortemaand effect probleem.
