Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
HBOK heeft in de strijd om promotie naar de eerste klasse een belangrijke versterking binnengehaald. De ervaren Renaldo Jongebloet komt deze zomer over van IVV, waarbij hij de afgelopen twee seizoenen actief was.
De 32-jarige Amsterdammer was in zijn profcarrière speelachtig voor Ajax, Haarlem, FC Dordrecht en FC Emmen. In 2012 maakte hij de overstap naar het amateurvoetbal, waarna hij onder meer speelde voor FC Lisse en JOS Watergraafsmeer. De laatste twee jaar kwam hij op zondag uit voor IVV. Na de zomer gaat hij met HBOK op de zaterdag spelen. “Bij IVV kende ik een heel goed eerste jaar, maar dit seizoen is het natuurlijk niet losgekomen”, vertelt Jongebloet. “Ik zocht een nieuwe uitdaging en kwam in contact met Kai (Meeuwsse, red.), die ik aardig goed ken. De vereniging heeft een duidelijk plan met waar het heen wil en ik vind HBOK gewoon een prachtige club. Het ligt schitterend tussen de weilanden en heeft een leuke sfeer om in rond te lopen. Alles bij elkaar leek het me daarom een mooie nieuwe stap om te maken.”
Jongebloet trainde inmiddels een aantal weken met HBOK mee en merkt dat de club een uitstekende groep tot zijn beschikking heeft. “Het is duidelijk te merken dat de spelersgroep graag wil. De trainer is binnen de lijnen fanatiek en duidelijk richting de spelers, maar buiten het veld is het allemaal wat losser. Dat bevalt me wel.” Met Jeffrey Bok, Dennis Kaars en Jongebloet heeft HBOK drie spelers tot zijn beschikking met ervaring in de profwereld. Jongebloet ziet de spelers allerminst als concurrenten, maar denkt juist dat de kwaliteiten elkaar kunnen versterken. “De trainer weet dat ik zowel op ‘9’ als op ’10 uit de voeten kan, waardoor we in de voorbereiding moeten kijken waar ik het elftal het beste van dienst kan zijn. Het spreekt voor zich dat ik als aanvaller veel doelpunten wil maken. Tegelijkertijd hoop ik met mijn ervaring om mijn teamgenoten te helpen. Toen ik zelf jong was, trok ik mezelf ook op aan oudere spelers. Ik loop niet weg voor die verantwoordelijkheid.”
Tekst: Jordi Smit
