Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
Dean Palmer beleefde eind september een vervelend moment tegen Pancratius. De sluitpost van Sporting Martinus brak tijdens die wedstrijd zijn enkel, waardoor hij maandenlang buitenspel staat. Aangezien woensdag het gips van zijn been afging, kan hij de komende maanden werken aan zijn herstel.
De doelverdediger kwam afgelopen zomer over van FC Diemen. Bij zijn nieuwe club moest hij de strijd aangaan met Valentino Meulman en Danny de Bruijn. De laatste kreeg in de eerste duels de voorkeur, maar tegen Pancratius kreeg Palmer plotseling de kans. Spijtig genoeg ging het tijdens die wedstrijd voor hem faliekant mis. “Ik kreeg een te korte terugspeelbal van Brian Inden, onze centrale verdediger. Daarom besloot ik uit te komen, al ging het door de afstand tussen de spits en mij niet meer om de bal weg te trappen. Ik bleef rustig en draaide de bal om mijn as heen, wat goed ging totdat de spits van de tegenstander op mijn enkel kwam te staan. Daardoor klapte deze dubbel.” Kort na het incident viel de pijn mee, maar Palmer voelde wel gelijk dat zijn enkel gebroken was. “Ik voelde gewoon mijn enkel knakken, waardoor ik het direct door had dat het was gebroken. Gelukkig hadden we op het veld een man die in het ziekenhuis werkt. Hij kon mij dan ook hulp bieden.”
Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen werd zijn enkel gezet, waarna hij al snel hoorde dat een operatie nodig was om alles weer normaal te laten functioneren. “Vervolgens had ik een afspraak met een arts, die mij vertelde dat ik zes weken in het gips moest. Gelukkig is dat er nu af: dat voelt werkelijk als een bevrijding. Het zal vanaf nu ongeveer zes weken duren voordat ik weer normaal kan lopen, al verschilt dat uiteraard per mens. Dan zitten we op eind december. Daarna hoop ik weer rustig te kunnen hardlopen, zodat ik kan werken aan mijn herstel. Ik verwacht echter niet meer dat ik dit seizoen nog veel ga voetballen.” Palmer hoopt in maart weer op het trainingsveld te verschijnen, al houdt hij ook daarin een slag om de arm. “Dat ligt echt aan het herstel. Wanneer ik weer fit ben, moet ik weer strijden voor mijn plekje onder de lat.”
Tekst: Jordi Smit
Foto: Koos van der Leest
