Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
Steven Knijnenburg kon zich geen betere seizoenstart voorstellen. De verdediger van WV-HEDW heeft met zijn ploeg nog altijd het maximaal aantal punten in de competitie en bereikte afgelopen week de volgende ronde van de districtbeker. Met drie competitietreffers en twee bekerdoelpunten is hij voorlopig van cruciaal belang voor zijn nieuwe ploeggenoten.
Knijnenburg zit dan ook uitstekend in zijn vel. “Ik ben nog altijd onwijs tevreden met mijn keuze voor WV-HEDW. Mijn teamgenoten hielpen me in de voorbereiding om aan de club te wennen en dat vertaalt zich momenteel uit op het veld”, stelt de verdediger, die blij is met de doelpunten die hij vooralsnog maakte. “Primair vind ik het echter belangrijker dat we achterin zo weinig mogelijk tegentreffers krijgen, want laten we eerlijk zijn: daar sta ik uiteindelijk wel voor.”
Hoewel het niet vaak voorkomt dat een verdediger aan het begin van het seizoen al zoveel doelpunten op zijn naam heeft staan, ziet Knijnenburg de prestaties in perspectief. “Bij sommige treffers kwam enige vorm van geluk kijken. Zaterdag tegen Zwaluwen ’30 (7-0 overwinning, red.) raakte ik de bal bij mijn treffer verkeerd, maar ging deze er wel in.” WV-HEDW won afgelopen week eveneens in de beker met 1-2 van De Dijk, waarbij hij beide treffers op zijn naam zette. “We kwamen ongelukkig achter en waren de rest van het duel op jacht naar de gelijkmaker. Ik kon in de tweede helft helemaal vrij de 1-1 binnenkoppen, waarna ik ook de 1-2 maakte. Dat gaf natuurlijk een geweldig gevoel.”
Met de seizoenstart achter de rug merkt Knijnenburg dat zijn ploeg steeds meer in vorm komt. Hij vindt het echter nog te vroeg om zijn verwachtingen voor de rest van het seizoen uit te spreken. “Het is nog altijd lastig te bepalen hoe sterk onze concurrenten zijn, maar het is natuurlijk prettig dat we bovenaan staan. We weten wat we kunnen en doen zeker niet onder van andere ploegen in de competitie.” Voor zichzelf heeft hij een duidelijke doelstelling. “Ik hoop dat we dit seizoen zo min mogelijk tegendoelpunten krijgen. Dan hebben we het als verdediging goed gedaan.”
Tekst: Jordi Smit
