Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
Trainer Ron Stoffels verruilt komende zomer DRC voor De Dijk. Hij gaat aan de slag als technisch jeugdcoördinator en trainer van de Zaterdag 1. Stoffels is bezig aan zijn zevende seizoen als trainer bij DRC. Afgelopen seizoen promoveerden de Durgerdammers via de nacompetitie naar de zondag vierde klasse.
Stoffels is geen onbekende bij De Dijk. Hij was aanvoerder bij Rood Wit-A (voorloper De Dijk) en in het kampioensjaar van De Dijk in de vierde klasse. “Ik ben opgegroeid bij Rood Wit-A. Mijn roots liggen daar. Na het kampioenschap met De Dijk ben ik naar DRC gegaan. Ik heb nog een jaartje gevoetbald bij DRC. Trainer Ben Vis (huidige trainer Waterwijk) ging na een jaar weg en toen ben ik trainer geworden.”
Het zaterdagelftal van De Dijk speelt nu in de vierde klasse C en staat voorlaatste. De club wil hogerop met de zaterdagtak. “De Dijk wil meer met het zaterdagelftal doen. Met de Zaterdag 1 willen we jeugdspelers de kans geven om bij De Dijk te blijven. Nu gaan spelers naar clubs in de regio. We willen op zaterdag structureel in de tweede klasse spelen.”
Het is inmiddels het zevende jaar voor Stoffels als trainer bij DRC. “Ik ben gaan bouwen aan een jong team. Jongens die bij De Dijk geen kans kregen kwamen bij mij voetballen. We hebben een team neergezet met jongere jongens. Ik heb met heel veel plezier bij DRC gewerkt.”
Na de promotie uit de vijfde klasse heeft DRC het dit seizoen een stuk moeilijker in de vierde klasse. De ploeg van Stoffels staat nu laatste met tien punten uit dertien wedstrijden. “Ik blijf van mening dat we veel te laag staan. Het is niet dat we niet kunnen voetballen of mee kunnen komen. We verliezen steeds met klein verschil. Het grootste probleem is dat we te weinig scoren. Daarnaast merk ik ook dat niet iedereen het er voor over heeft om er alles er voor te doen, om bijvoorbeeld twee keer per week te trainen. Dat is niet alleen een probleem bij DRC. Ik heb het daar ook met andere trainers over. In de vierde klasse word je dan afgestraft. Met de jeugd heb je dat minder.”
Tekst: Koen Vanhellemont
