COLUMN (7). Door de ogen van de scheidsrechter

Door: Robin Punt

‘De huidige arbitrage, met name de jongere scheidsrechters, zijn geen managers op het veld.’ Aldus Jan-Willem van Dop , algemeen directeur van Go Ahead Eagles. Deze uitspraak, gedaan na het spectaculaire gelijkspel tegen FC Utrecht (3-3), zit zeker een kern van waarheid in, vind ik.

Jonge scheidsrechters gaan veel te snel omhoog – richting talententraject – en verder door vanuit de Amateurs richting het Betaald Voetbal. Ik heb daar wel een mening over: laat sommige nog lekker meer ervaring opdoen in wedstrijden in de tweede klasse en lager, zonder de hulp van neutrale assistenten. Juist dan krijg je wat eelt op je ziel. Ik zit soms weleens met verbazing te kijken naar beslissingen van mijn collega’s in de betaalde tak. Bij sommige beslissingen zouden wij als amateur-arbiters onder politiebegeleiding van het veld af moeten, of in ieder geval moeten rennen naar onze kleedkamer. En wij hebben niet eens een VAR tot onze beschikking.

Niet op het mondje gevallen

Hoe maak je dan een goede scheidsrechter? Eén van de commentaren van Jan-Willem van Dop was dat er geen persoonlijkheden meer rondlopen in de huidige (betaalde) arbitrage. De tijd van Jol, Keizer en Kuipers is voorbij, zo lijkt het. Zij konden met een blik en een scheldwoord de wedstrijd soms zonder kaarten tot een goed einde brengen. Kijk eens internationaal naar een Pierluigi Collina of Howard Webb – ik zie ze niet meer rondlopen, uitzonderingen daargelaten. Ik denk dat je in ieder geval gevoetbald moet hebben om in de psyche te kijken van de voetballer. In ons mooie amateurvoetbal – zeker in district West – heb je toch een paar mooie persoonlijkheden rondlopen. Persoonlijkheden die niet op hun mondje gevallen zijn en zeker het huidige niveau van de Eredivisie minstens aan kunnen, maar “wij” zijn te oud. Ik noem dan maar even Wassink, Jensch, Luinge, Koene, Karremans en Benlamkedem. Allemaal persoonlijkheden die met weinig tot geen problemen een wedstrijd tot een goed einde weten te brengen. Ook in de Eredivisie, naar mijn bescheiden mening.

Beter maken

Een ‘goede’ scheidsrechter maak je niet. Je moet er gevoel bij hebben en over meerdere kwaliteiten beschikken: soms psycholoog, soms dokter of relatietherapeut. Schilder, politieman of stukadoor: die maak je niet, die worden geboren en wij vinden het spelletje leuk, want voor het geld hoef je het bij ons niet te doen, zoals ik al eerder schreef. De KNVB doet ook echt zijn best om ons als officials te faciliteren met kennis bijspijkeren en extra handvaten, er worden meetings georganiseerd waarin beelden met situaties getoond worden, uitleg gegeven, er wordt met collega’s gesproken en gespard over diverse zaken – allemaal om ons beter te maken.

Heb je er dan nog wel zin in? Waarom fluit je nog? ,,Gewoon, het blijft het mooiste spelletje dat er is.” Maar ik schaam me soms wel, als ik kijk naar de betaalde collega’s.

Standpunt

Een tweede bal in het veld is bij ons affluiten. Waarom? Gewoon regel 18; je voorkomt gezeur, zoals recent dat er een doelpunt valt. Als je dan een VAR hebt, waarom niet bij een ‘discutabele’ rode kaart even de scheidsrechter nog eens voorzien van de beelden. Blijft hij bij zijn beslissing omdat het duidelijk was – prima ‘so be it.’ Je moet dan wel een persoonlijkheid zijn om bij je standpunt te blijven. Volgens mij is het pas één keer gebeurd dat een scheidsrechter naar de kant geroepen werd, en bij zijn standpunt bleef. Verbeter mij gerust. Dat vond ik toen echt een persoonlijkheid, nu wordt een arbiter ook onderdeel van de armoede in de betaalde tak. Geen minutenlang lijntjes trekken, en dan nog de vraag of hij of zij de juiste lijntjes nemen. Wel of geen buitenspel blijft bij ons toch leuker. Niet als de assistent je naait, maar gewoon omdat het wel/ niet zo is. En daarna in de kantine erover blijft zeuren. Met een glimlach en wat goud geel water – Heerlijk.

Off day

Ik pik nog een laatste quote van collega Jos, uit een eerder verhaal over de arbitrage: “De aandacht moet niet op ons als scheidsrechters liggen.” Dat klopt! Wij maken minder fouten dan de spelers. En als je op een lager niveau voetbalt, krijg je ook een scheidsrechter op jouw niveau. En als hij/ zij nu ook nog een keer de voor jou gebruikelijke off day heeft, kan dat helaas een keer nadelig uitpakken. Kijk in de spiegel, wij sporten ook voor ons plezier. Wij doen ons best de regels zo goed mogelijk toe te passen in de geest van de wedstrijd. Maar, daar is meer voor nodig dan wij als scheidsrechters alleen.

Ik zou voor geen goud willen ruilen met de jongens in het betaalde circuit. Ik zie weinig plezier bij de jonge jongens. En plezier is nu juist de reden waarom ik nog fluit. Ik wens de trainers, spelers, de (club) assistenten, mijn collega’s en alle voetballiefhebbers een heerlijke kerstperiode en een goed Oud & Nieuw en dan in 2025 weer met plezier en een frisse blik de velden op.

Robin Punt schrijft regelmatig een column voor Het Amsterdamsche Voetbal. Punt fluit al ruim 20 jaar wedstrijden in het amateurvoetbal. Dit jaar voor het eerst een veelgelezen “stukje” op het Amsterdamsche Voetbal: ‘door de ogen van de scheids’, wat hij meemaakt, voor, tijdens of na wedstrijden of gewoon zomaar wat hem bezighoudt. Punt is naast scheidsrechter ook begeleider/ coach ontwikkeltraject-scheidsrechter én Vriend van het Amsterdamsche Voetbal met zijn bedrijf Intertime Klokken.

Blijf op de hoogte en volg ons via Facebook, Instagram en Twitter!
▼Bezoek ook de clubpagina(s)