Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
Van een grijze muis in de middenmoot naar winnen aan de lopende band. Bij zondag vierdeklasser Fortius is afgelopen zomer een hoop veranderd. De ploeg van Sergio Hellings, bezig aan zijn tweede seizoen, won zes wedstrijden op rij, totdat Swift (zondag) een einde maakte aan die reeks.
Ten opzichte van vorig seizoen is er heel veel veranderd. In zijn eerste jaar als hoofdtrainer – Fortius is zijn eerste klus – was het veelal roeien met de riemen die hij had. Deze zomer werd er behoorlijk doorgeselecteerd. “Mijn netwerk was, toen ik begon, vrij klein in het amateurvoetbal. Dat heb je wel nodig, zeker op vierde klasse-niveau. Er is een groepje uit Almere gekomen, zij kennen weer jongens uit de selectie en ze bleken allemaal directe versterkingen te zijn voor het eerste.”
Tijdens de voorbereiding zag Hellings al iets groeien op Middenmeer. Het niveau ging omhoog, de trainingsopkomst ook en in de beker werd duidelijk dat het scorend vermogen en het veldspel een stuk beter is geworden. “Dat veldspel was een jaar geleden in de eerste seizoenshelft één van onze mindere punten. Toen moest ik kijken wat ik met het beschikbare spelersmateriaal kon doen. Die kwaliteit is er nu wel”, vervolgt de oefenmeester. Hij hoefde ondanks een tegenvallend seizoen niet te twijfelen om door te gaan. “Vanaf de winterstop zag ik een stijgende lijn. We hebben een aantal dingen drastisch veranderd. Geblesseerde of geschorste spelers keerden terug en we konden eindelijk in een formatie spelen waarvan ik dacht: hier kunnen wij wat mee. Dat heeft mij ook gemotiveerd om door te gaan.”
Die stijgende lijn werd doorgetrokken naar dit seizoen. Fortius plaatste zich voor de knock-outfase van de districtsbeker en pakte negen punten uit de eerste vier wedstrijden. “Het is nog vroeg, maar we zijn op de goede weg. Misschien zijn we voor de korte termijn even afgehaakt, al denk ik niet dat het kampioenschap na vier wedstrijden beslist is. Wij willen absoluut voor het kampioenschap gaan. Dat is voor iedereen een duidelijk doel, maar wij leggen onszelf niet teveel druk op.”
Foto’s John Beckman
