Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
Hij is blij om na de zomer weer actief te zijn in de regio. Maurice Kuijper heeft volgend seizoen de leiding bij zaterdag tweedeklasser Overbos, waar hij Stefan Teeken opvolgt.
“Ik heb het toch allemaal gemist. Nog altijd volg ik alles op de voet, ook al ben ik even uit beeld geraakt. Het is fijn om weer terug te zijn.” Na zes seizoenen bij AMVJ (‘ik blijf mijn club en spelers volgen’) en eentje bij RKAVIC streek Kuijper neer bij Koninklijke HFC, waar hij de leiding had over het zaterdagelftal (derde klasse). Dit seizoen trainde de oefenmeester de Onder-19 (A1), maar daar kwam tijdens de kerst een eind aan. “Er was geen klik meer en de club besloot een andere koers te varen.”
Met Overbos heeft hij een nieuwe club gevonden voor volgend seizoen. “Ik heb 25 jaar in Hoofddorp gewoond, dus de club ken ik al. Een tijdje geleden werd ik door een paar kennissen gepolst of ik interesse zou hebben, mocht Stefan (Teeken) na dit seizoen vertrekken. Daar heb ik volmondig ‘ja’ op gezegd. Op het moment dat dit bekend werd, kwam de club weer bij mij. Er waren meer kandidaten, maar ik ben blij dat ik het ben geworden.”
Kuijper sprak nog niet met de huidige trainer, Stefan Teeken. Dat is hij ook niet van plan. “Het is het seizoen van Stefan en het heeft geen zin als ik me ermee ga bemoeien. De komende periode zal ik gebruiken om met spelers te praten over hun toekomst. Ik wil wel alvast bezig zijn met volgend seizoen, al zal de situatie van de club (wel of geen degradatie) hier indirect ook invloed op hebben.”
De oefenmeester zag zijn nieuwe club, momenteel voorlaatste in de tweede klasse A, dit seizoen één keer spelen. “Het is te hopen dat ze erin blijven. De organisatie en de jeugd zitten in de lift, dus het zou jammer zijn als het eerste elftal dan een kleine pas op de plaats moet maken. De doelstelling van de club is om op termijn een stabiele tweedeklasser te worden, met doorstroming uit de jeugd. Daar wil ik mijn steentje aan bijdragen. Ik wil ook echt iets neerzetten en hoop hier voor een langere periode actief te kunnen zijn.”
Archieffoto boven: Hans van Beek
