Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
De Dijk gaat volgend seizoen niet verder met Tom Clobus. Clobus kreeg donderdagavond te horen dat de nieuwe trainer Fernandez Coto volgend jaar geen ruimt in zijn selectie voor hem heeft. De Dijk nam eerder deze week ook al afscheid van elf andere spelers (zie ook ‘metamorfose bij De Dijk). Tim Ruder van AFC’34 komt de selectie versterken.
Clobus: “Ik vind het wel jammer want ik heb het prima naar mijn zin gehad bij De Dijk. Helemaal onverwacht komt het niet want ze hebben al veel aanvallers in hun selectie en met de komst van Steinraht neemt dat alleen maar toe”. Wat Clobus toen nog niet wist dat De Dijk ook aanvaller Tim Ruder van AFC’34 heeft overgenomen. De vleugelspeler zal volgend seizoen dus in Amsterdam te bewonderen zijn.
Clobus neemt na twee seizoen dus afscheid van de Noord-Amsterdammers. Clobus: “In mijn eerste seizoen werden we kampioen en promoveerden we naar de eerste klasse. Ik heb toen alles gespeeld en 23 goals gemaakt. Dit seizoen ging het wat minder, persoonlijk en als team. Ik denk dat ik zo’n 14, 15 wedstrijden heb gespeeld en maar zeven keer gescoord. Dat is natuurlijk te weinig voor een spits.”
De toekomst van de Amsterdammer uit de Spaardammerbuurt is nog ongewis: “Het is allemaal nog erg vers maar ik had ergens in mijn achterhoofd wel rekening gehouden met een mogelijk vertrek. IK weet dat FC Hilversum wel interesse heeft en ik heb ook contact gehad met Maurice Renger (aanvoerder van JOS Watergraafsmeer, red.). Dat zijn goede opties. Het zaterdagvoetbal zou ik ook geweldig vinden maar dat kan gewoon niet mijn werk.”
Foto Haaglandenvoetbal: Speelt Tom Clobus (links) volgend seizoen weer voor FC Hilversum?
Clobus speelde in twee periodes totaal vijf jaar voor FC Hilversum onder Karel Bonsink . AFC (een jaar) en twee jaar JOS Watergraasfmeer staan ook op zijn conto. De 31-jarige aanvaller maakte zijn debuut in het eerste elftal op 17-jarige leeftijd bij NAS (nu Zwanenburg). Clobus: “Het is zonde dat ik wegmoet maar er komt vast wel weer wat nieuws. Ik kan nog wel even mee!”
