Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
Amsterdamse Voetbalvereniging Samenspel Doet Zegevieren, oftewel AVV SDZ, viert op vrijdag 1 mei midden in de coronacrisis zijn honderdjarig bestaan. Samen met een aantal prominente leden binnen de club analyseren wij het rijke clubverleden en de toekomst van de voetbalvereniging. Dit is deel 6: een gesprek met Jan Stoopendaal, welbekend clubman.
Warm bad
Jan Stoopendaal kent SDZ na 46 jaar lidmaatschap als geen ander. “Ik heb een écht SDZ-hart. Vanaf 1974 ben ik lid en ik heb in al die jaren alles wel gedaan bij de club. Een lange tijd ben ik eerste elftalspeler geweest, waarna ik jeugdtrainer en hoofdtrainer van het eerste elftal was. Ook heb ik nog in het bestuur gezeten, maar toen SDZ groter werd heb ik wat meer rust voor mezelf ingebouwd. In december van dit jaar kwam ik weer terug.”
“Wat het voor club is? SDZ kun je het best omschrijven als een volksclub. Toen ik de eerste keer bij de club binnenkwam, voelde het eigenlijk direct als een warm bad. En dat gevoel is nooit meer weggegaan. Ik heb bij SDZ gehuild en gelachen; ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Wat de mooiste periode is die ik heb meegemaakt? Dat was onder andere het 75-jarig bestaan van de vereniging, wat gigantisch werd gevierd.”
Trots gevoel
Ook maakte Stoopendaal een aantal dieptepunten mee. “Ik heb zelfs een periode meegemaakt, waarin het bijna over was met de club. Opeens kwam echter een boost, waardoor nieuwe mensen zich aan de vereniging verbonden.”
“Twee weken geleden heb ik toevallig eens opgezocht hoeveel verenigingen vroeger in Amsterdam waren. Wat blijkt: maar liefst 150 verenigingen. Momenteel zijn er nog een goede vijftig clubs hiervan over. Daar zijn wij er één van. Als je dan honderd jaar bestaat, is dat uiteraard niet niets: daar zijn we trots op. Helaas kunnen we het niet met elkaar vieren, maar we hebben het feest uitgesteld tot volgend jaar.”
Clublied
Feesten kan Stoopendaal wel, zo weten de SDZ’ers. De clubman nam zelfs in het verleden het clublied op en brengt die regelmatig ten gehore. “Dat is voor mij absoluut een hoogtepunt geweest. Tijdens het 75-jarig bestaan kwam Frits (Colle, red.), onze huiszanger, naar me toe: ‘Jan, we gaan een clublied maken. Zou je daaraan mee willen doen?’ Toen heb ik eigenlijk direct ‘ja’ gezegd. Ik zing niet heel best, maar kan absoluut een aardig deuntje meezingen.”
“Destijds zijn we ook écht in een studio geweest om het nummer op te nemen. Vijfentwintig jaar later wordt het nummer nog steeds gevraagd en elk feestje van SDZ gaan we nog een keer. Iedere keer zeg ik de bekende woorden: ‘Frits, we doen het nog één keer.’ Maar de volgende keer doen we het weer opnieuw. Ik heb één hit gehad en dat is deze”, aldus Stoopendaal.
Tekst: Jordi Smit
Foto: SDZ Archief
SDZ honderd jaar: In gesprek met Gijs Schelvis en Annette Schautt
