Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
Terwijl FC Abcoude nog niet veilig is in de zondag tweede klasse B, wordt achter de schermen al druk gewerkt aan volgend seizoen. Onder leiding van nieuwe trainer Joey van Leijenhorst, die overkomt van AFC 2, moet de ploeg volgend seizoen mee gaan doen in het linker rijtje. Om hieraan te voldoen, wordt de selectie versterkt met een aantal nieuwe spelers.
Van die versterkingen is een deel afkomstig van AFC. Van Leijenhorst neemt namelijk een aantal bekenden mee van het tweede elftal van de Amsterdammers, waar hij dit seizoen aan het roer staat. Daarnaast komen er ook nog enkele jongens van buitenaf, al kan hij nog geen namen of aantal spelers noemen. “Het zijn allemaal jongens die ik al lange tijd ken. Ik weet wat ik van hun kan verwachten, zij weten wat ze aan mij hebben. Deze aanwinsten brengen het niveau van de selectie omhoog.”
Hoewel alles achter de schermen al rond is, maakt FC Abcoude nog niets bekend over volgend seizoen. “Pas wanneer Abcoude veilig is, maken we de versterkingen bekend”, zegt de 26-jarige Van Leijenhorst. “Met de huidige selectiespelers heb ik individueel ook al gesproken en heb daar een zeer goed gevoel aan over gehouden. Er staat volgend seizoen een goede groep.”
Abcoude staat op een negende plaats in de tweede klasse B, maar is nog niet veilig. Het verschil met de concurrentie voor de nacompetitie is slechts twee punten, met nog drie wedstrijden te gaan. “Toch heb ik er vertrouwen in dat Abcoude gewoon in de tweede klasse blijft”, vertelt de kersverse trainer. “En als ze boven de streep eindigen, kunnen we ons na de laatste wedstrijd meteen voorbereiden op het nieuwe seizoen.”
Van Leijenhorst kan niet wachten tot hij aan de slag kan met FC Abcoude. “Ik kijk er naar uit. Achter de schermen hebben we ons al goed voorbereid. Het is een leuke groep waar ik mee mag werken. Vanaf de eerste dag zullen we meteen hard gaan werken”, zegt Van Leijenhorst, die de lat hoog legt. “De doelstelling is een plek in het linker rijtje. Dat moet zeker lukken met deze groep en de versterkingen.”
Verslag Joachim van der Marck
