Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
Zijn hele carrière draaide alles om het voetbal. Nu heeft Yannick de Wit besloten het voetballen op een lager pitje te zetten. Naast zijn werkzaamheden wil hij meer tijd vrijmaken voor zijn gezin en daarbij nog ‘lekker voetballen’. Dat doet de 30-jarige middenvelder van De Dijk volgend seizoen bij zaterdag tweedeklasser HBOK.
De Wit kent HBOK-trainer Marc Onsia uit zijn tijd in de jeugd van FC Volendam. “Na een oefenwedstrijd tegen HBOK riep hij al voor de grap: ‘volgend seizoen speel je bij ons’.” De Zunderdorpers waren al lange tijd enthousiast, maar hij hield het een beetje af. “Op het moment dat ik in overleg met De Dijk besloot dat het beter was iets anders te gaan zoeken, heb ik de keuze voor HBOK gemaakt.
Dit seizoen kwam de middenvelder weinig in actie voor De Dijk, waar hij bezig was aan zijn derde seizoen. “Toch weet ik dat ik zeker buiten het veld wel mijn aandeel in het kampioenschap heb gehad. Ik moest mijn minuten maken in De Dijk 2 (reserve tweede klasse, red.), alleen kon ik daar mijn ei niet kwijt. Het is moeilijk om je dan nog te motiveren en plezier te hebben.”
Met een drukke baan, een vriendin en kind van acht maanden stelt De Wit nu andere prioriteiten. “Alles draaide bij mij om het voetbal”, zegt de voormalig speler van FC Volendam, Go Ahead Eagles en FC Emmen. “Nu kan ik ook genieten van mijn gezin en leuke dingen doen. Mijn werk bij City Jobs neemt ook veel tijd in beslag. Voetbal zet ik nu op de tweede plaats. Het niveau waarop ik volgend seizoen speel, is dan echt bijzaak voor mij.”
Hij koos er zelfs niet voor om verder te kijken en had meteen een goed gevoel bij HBOK. “Het is een gezellige club, met hele vriendelijke mensen. De zaterdag vind ik ook wel interessant om eens op te spelen. We moeten ervoor zorgen dat we volgend seizoen een niveau omhoog gaan. Hoe maakt niet uit, zolang we maar promoveren naar de eerste klasse.”
Naast Yannick de Wit hebben de Zunderdorpers zich ook versterk met Mees de Bruijn. Het achttienjarige talent komt over van De Meteoor.
Foto: Rob Beense
