Dennis Dinkgreve was vorig seizoen een van de leiders van SCPB ’22. De controlerende middenvelder hielp zijn teamgenoten waar nodig en tikte zelf eveneens een hoog niveau aan. Waar de vereniging met Danny Hijzelendoorn al de Trainer van het Jaar in het midden had, behaalde Dinkgreve de prijs van Speler van het Jaar.
De inmiddels 35-jarige middenvelder heeft een lange loopbaan achter de rug. Zo begon hij ooit bij DCG, waarna avonturen bij SV Huizen, Young Boys, Blauw-Wit, EDO, Swift en HBOK volgden. Uitsluitend bij EDO pakte hij ooit een persoonlijke prijs. Het maakt de prijs van Het Amsterdamsche Voetbal voor hem extra speciaal. “Het is lastig om te zeggen of je het zélf verdient, maar het is mooi om te zien dat anderen dat vinden”, oordeelt hij.
Dinkgreve speelt sinds 2021 voor SCPB ’22 (destijds nog Pancratius). Hij kwam gedurende het eerste seizoen in een rommelig jaar terecht, waarin de selectie voornamelijk in de eerste seizoenshelft op zoek was naar vastigheden. Ondertussen verdween het tweede team en zorgde dit eveneens voor de nodige aanpassingen. Desondanks haalde Pancratius in het voorjaar van 2022 een plek in de nacompetitie, waarin hij onderuitging.
Spijt van zijn stap had Dinkgreve na het eerste jaar allerminst. “Het was voor mij een logische stap om naar deze club te gaan. Ik woon in de buurt, ben in de jeugdafdeling trainer van mijn zoontje en kende al meerdere jongens uit de selectie. Vanaf het eerste moment voel ik me thuis in deze spelersgroep. Veel jongens hebben de bekende ‘Amsterdamse humor’ en we hebben gevoelsmatig een geweldige klik met elkaar. Zo doen we buiten het voetbal om soms ook uitjes.”
Als een van de oudere jongens heeft hij de afgelopen twee jaar geprobeerd om een voortrekkersrol te vervullen, een positie die hem goed past. “Voor mijn gevoel ben ik er in mijn tweede jaar pas écht in geslaagd om sturing te geven en mijn ervaring over te dragen op mijn teamgenoten. Als team slaagden we erin om overtuigend te zijn in balbezit en in mijn rol als controlerende middenvelder kon ik mijn bijdrage leveren aan ons aanvallende spel.”
Dat Dinkgeve zich zo goed voelde, kwam mede door het werk van Hijzelendoorn. De vertrekkende trainer lag volgens de middenvelder goed in de groep. “Hij kreeg het voor elkaar om tussen de jongens te staan en tegelijkertijd iedereen bevriend te houden als hij harde beslissingen moest maken. Je kon in die zin altijd naar hem toekomen om over bepaalde zaken te praten. Het is daarom jammer dat hij na zoveel jaren weggaat.”
Met Patrick van Leeuwen als nieuwe hoofdtrainer hoopt SCPB ’22 de lijn van de voorbije jaren door te trekken en het publiek aankomend seizoen opnieuw te vermaken. Dinkgreve heeft daar het volste vertrouwen in. Hij heeft al twee jaar het gevoel dat de huidige selectie klaar is om de stap naar de eerste klasse te maken, waar weer sterkere teams in zullen zitten. “We hebben een kwalitatief goede selectie die in staat moet zijn om in het linker rijtje te eindigen.”
Waar het voor SCPB ’22 ongetwijfeld even schakelen is nu Hijzelendoorn bij VVSB zit, blijft de club met onder meer voorzitter Harry den Arend stabiel beleid voeren. Dinkgreve is dan ook niet bang dat het een andere kant op zal gaan. “Er overheerst veel rust bij de club en dat voelt iedereen. Het kampioenschap komt niet uit de lucht vallen: daar hebben vele mensen jarenlang voor gewerkt. Het is aan ons om de lijn in het nieuwe seizoen door te trekken.”
Ondanks het feit dat het einde van zijn voetballoopbaan nadert, denkt Dinkgreve nog lang niet aan stoppen. Zolang hij het gevoel houdt dat hij belangrijk kan zijn in het basisteam, verwacht hij door te gaan. “Het is elk jaar natuurlijk even kijken, maar ik ga vooralsnog met veel enthousiasme door. Dit is een prachtige club om voor te spelen en ik heb het gevoel dat ik nog altijd een bijdrage kan leveren. Ik kan niet wachten om aan het nieuwe seizoen te beginnen.”
Binnenkort gaat de voorbereiding van start, waarbij de selectie voor het eerst gaat samenwerken met Van Leeuwen. “Ik heb hem eenmaal gesproken en hij maakte een goede indruk op mij. Verder is het natuurlijk afwachten. We moeten als team de lat voor onszelf iets hoger leggen, zodat we in staat zijn om ook in de nieuwe competitie tegenstand te kunnen bieden. De prijs die ik van jullie heb gekregen, geeft energie om nóg zo’n seizoen als vorig jaar te beleven.”
Tekst en foto: Jordi Smit