Amsterdam zit vol met talent. Zelfs vanuit de amateurwereld wordt het profvoetbal gehaald: van Daryl van Mieghem tot Dennis Kaars en van Gyrano Kerk tot Leandro Resida. Elke week lichten wij een talent uit, eentje waarvan we in de komende jaren nog veel kunnen horen. In deel 8: AFC (zaterdag)-doelman Gijs van Zetten (19), die na avonturen bij Almere City en FC Utrecht de zaterdag eerste klasse A als omweg gebruikt om alsnog de top te bereiken.
Had jij verwacht als jonge keeper uit de A-junioren direct in de basis te staan in de eerste klasse?
“Nee, want tot kort voor het seizoen wist ik niet wie de andere keeper zou zijn. Ik heb in de zomer op een camping in Frankrijk gewerkt, daardoor heb ik een stuk van de voorbereiding gemist. Daar maakte ik mij wel zorgen over. Normaal zegt de trainer dat het logisch is dat de ander (Kyle Saffrie, red.) speelt. In de wedstrijden die ik keepte, maakte ik indruk. De kansen die ik kreeg, heb ik gepakt.”
Heb je de hele jeugd bij AFC rondgelopen?
“Dit is pas mijn derde seizoen. Daarvoor heb ik bij Almere City en FC Utrecht gekeept. Het liep goed in Utrecht; in de B2 kwam ik een keeper tegen die in de D1 nog mijn concurrent was. Toen keepte ik. Het liep niet zoals ik wilde, ik zat niet zo lekker in mijn vel. Dat heb ik ook bij FC Utrecht aangegeven. Ik maakte volgens hun teveel fouten, daardoor zou ik niet meer spelen. Dan wil je met de trainer praten, maar hij wilde niet met mij in discussie gaan.”
“Ik woonde in Almere en ging daarnaartoe. Ik keepte lekker, mijn concurrent (Bob van Uden, e-sporter van Ajax, red.) raakte geblesseerd. Ik had negen wedstrijden achter elkaar gespeeld en toen hij fit was, moest hij van de trainer ook negen wedstrijden keepen. Het niveauverschil was klein, we waren echt aan elkaar gewaagd. Aan het einde van het seizoen hoorde ik dat ik weg moest, omdat ik te weinig op hoge ballen kom. Dat was echt onzin. Ik heb daarna meegetraind bij De Dijk en AFC, uiteindelijk heb ik voor AFC gekozen.”
Je ziet regelmatig spelers vanuit de A1 naar de Zondag 2 gaan en niet zo snel voor de Zaterdag 1 kiezen. Waarom heb jij dat wel gedaan?
“Dat komt door John de Lange. Hij was vorig jaar ook mijn keeperstrainer bij de A1. Er kwam een plekje vrij bij de Zaterdag 1 of ik kon derde keeper worden bij het eerste. Dat sprak mij aan, maar je maakt je minuten in de reserve Hoofdklasse. Niets ten nadele daarvan, maar dat is een minder niveau dan de zaterdag eerste klasse. Bij de Zondag 2 zou ik zeker spelen, in de Zaterdag 1 moet je het nog maar zien of je de concurrentiestrijd wint. Dat was een gok. Ik vind het leuk om met John te werken, want we hebben een plan. Ik heb hem gevraagd of hij met mij aan het werk wil gaan. Ik wil in mijzelf investeren, het hoogst haalbare niveau behalen.”
Is dat hoogst haalbare een terugkeer in het profvoetbal, na je avonturen bij Almere City en FC Utrecht?
“Dat wil ik heel graag. Daar hang ik geen termijn aan vast. Vroeger legde ik mijzelf veel druk op, had ik geen geduld: ik moet dit halen, ik moet dat halen. Mijn verwachting was dat ik als eerstejaars senior meteen de tweede of derde divisie zou ingaan. John zette mij met beide benen op de grond: ‘geen enkele trainer gaat met jou dat avontuur aan’. Nu sta ik onder de lat in de eerste klasse en dat is een goed niveau om mee te beginnen.”
Foto’s Tom Poederbach