Hoe is het met… Remko Beerens

Uit het oog maar niet uit het hart. In de rubriek ‘Hoe is het met…’ gaan we op zoek naar bekenden uit de Amsterdamsche voetbalwereld die uit het gezichtsveld zijn verdwenen. In deel 13: Remko Beerens (42), die als echte Oostzaner ruim driehonderd wedstrijden in het eerste elftal van OFC speelde.

Het had iets weg van ’the last man standing’. Op het moment dat OFC de omslag maakte om vol voor prestaties te gaan en er veel spelers van buitenaf kwamen, was Beerens eigenlijk de enige Oostzaner die overbleef. Zo had het dorpsclubje nog iets Oostzaans getint in het elftal. Beerens maakte de opmars mee, tot aan de tweede klasse. Daarna vond hij het mooi geweest en nam afscheid van het voetballen op hoog niveau in 2012, met het kampioenschap in de zondag tweede klasse.

Twintig jaar daarvoor debuteerde hij als zestienjarige in het eerste elftal van OFC, destijds in de vierde klasse. Toen was het eerst spelen in de A1 en daarna plaatsnemen op de bank bij de Zondag 1. Op zijn zeventiende stond hij zelfs in de basis. Omdat een hoger niveau aan hem trok, ging de spits naar OSV. In de Hoofdklasse, op dat moment het hoogste amateurniveau van Nederland, leerde hij het meest van spelers als André Sitek, Enrico Small en Kenneth Te Vrede. “Allemaal jongens die een beetje op hun retour waren, daar wilde ik heel veel van leren. Dan liep ik als laatste de kleedkamer in zodat ik wist waar ik kon zitten. Tegenwoordig hebben de jonge jongens niet meer veel respect, die denken dat ze alles weten. Ik deed alles wat de ouderen zeiden. Dan zijn ze ook bereid om je dingen te leren.”

Na drie jaar bij OSV viel het elftal uit elkaar. De helft ging van de Hoofdklasse naar de derde klasse, om bij IVV ‘even’ kampioen te worden. Beerens was daar één van, al lukte het niet. “Van tevoren dacht iedereen dat we lachend kampioen zouden worden. De eerste wedstrijden gingen goed, daarna waren het waarschijnlijk teveel ego’s in een team.” Bij OFC vroegen ze aan hem of hij, vier jaar later, wilde terugkeren. “Het was nog steeds de gezellige dorpsclub die het altijd geweest is.” Hierna ging Beerens opnieuw naar OSV om vervolgens op het oude vertrouwde nest in Oostzaan de opmars van OFC mee te maken.

In het geelzwart gestreepte shirt scoorde de spits aan de lopende band. Hij ging de boeken in als topscorer aller tijden, welk record vorig seizoen werd verbeterd door Rachid el Yaghmouri. Hoeveel dat er precies zijn, weet Beerens niet, omdat het pas vanaf de derde klasse werd bijgehouden. “Vanaf dat moment maakte ik er 78.” Daar zat overigens een uitstapje van een jaar bij Ajax, destijds in de zaterdag eerste klasse, tussen. In een oefenwedstrijd met OFC maakte hij zoveel indruk, dat hij direct na afloop kon tekenen. “Op je 35ste voor Ajax spelen zie je als een beloning. Een toetje.”

Nadat de eenmaal teruggekeerde Beerens in 2012 afscheid nam, ging hij als assistent-trainer van Imdat Ilguy verder bij de Oostzaners en koos voor de veteranen. Daar kwam hij een jaar later voor De Meteoor op terug, alleen was dat geen gelukkig huwelijk. “In de eerste competitiewedstrijd had ik een botsing met de keeper en liep ik een nekhernia op. Ben ik er acht maanden uit geweest”, blikt hij terug. Eenmaal hersteld sloot hij zich aan bij de nieuw opgerichte Zaterdag 1 van OFC. Direct in het eerste seizoen werden ze in 2016 kampioen in de vierde klasse. Dat was zijn laatste succesje.

“Je wordt steeds ouder en die jongens lijken steeds jonger te worden. Het werd een beetje een generatiekloof”, vervolgt Beerens. “Ik kon het sowieso niet meer belopen. Iedereen liep extra voor mij, zolang ik ze er maar inschoot.” In de veteranen heeft hij daar iets minder last van, al lukt het hem niet altijd om in actie te komen. Ook is Beerens bij thuiswedstrijden van de Zondag 1 een vaste toeschouwer, om te kijken hoe zijn opvolgers het doen. “Het is prachtig dat zo’n club nu in de Derde Divisie speelt.”

Blijf op de hoogte en volg ons via Facebook, Instagram en Twitter!
▼Bezoek ook de clubpagina(s)