Hoe is het met… Yucel Gundogdu

Uit het oog maar niet uit het hart. In de rubriek ‘Hoe is het met…’ gaan we op zoek naar bekenden uit de Amsterdamsche voetbalwereld die uit het gezichtsveld zijn verdwenen. In deel 10 Yucel Gundogdu (43), die de opmars van Turkiyemspor en De Dijk van dichtbij meemaakte en nog altijd actief voetbalt.

Elke zaterdagmiddag is Gundogdu een vrees voor de rechtsbacks in de zaterdag vierde klasse A, waarin hij met Flamingo’s ’64 ongeslagen bovenaan staat. Deze periode spelen de Alkmaarders overigens zonder de routinier, want hij heeft last van zijn rug. Via een oude jeugdvriend keerde hij terug bij zijn oude jeugdclub, nadat Gundogdu vanwege knieklachten was gestopt bij Reiger Boys. “Ik begon met vrienden aan 35+ voetbal in Heerhugowaard. Eerst op doel, daarna in het veld. Ik kreeg geen reactie op mijn knie. Dat smaakt naar meer, dacht ik. Halverwege vorig seizoen belde ik een vriend van mij, of ik kon aansluiten bij Flamingo’s 64. Dat zijn allemaal vrienden met wie ik in de A-junioren heb gespeeld.”

25 jaar geleden droeg hij ook het shirt van de Alkmaarders. Gundogdu speelde tot aan de B-junioren van Alkmaarse Boys, ging vervolgens naar Flamingo’s ’64 om daar na de A-jeugd als senior te debuteren in de derde klasse. Na één jaartje bij het inmiddels opgeheven Go Ahead ’18 maakte hij in 1995 de overstap naar Amsterdam. Bij Turkiyemspor, dat ook ter ziele is gegaan, beleefde de technisch begaafde voetballer zijn beste jaren. Meerdere kampioenschappen, twee keer de amateurbeker. Liefst dertien jaar speelde hij voor Turkiyemspor. “Dat was mijn mooiste periode.”

Nadat die club werd opgeheven vanwege faillissement, stond Gundogdu op het punt om naar AFC’34 te gaan, een club bij hem om de hoek omdat hij niet ver wilde reizen. “Ik had best veel keuze, een aantal toonaangevende zaterdagclubs waar ik terecht kon. Totdat Said (Bentohami, red.) mij belde. Hij vroeg wat ik ging doen.” Bentohami wist hem vervolgens te overtuigen om voor De Dijk, destijds een vierdeklasser, te kiezen. “Ik heb er zeker geen spijt van gehad.”

Aan de Schellingwouderdijk kwam de middenvelder terecht in een warm bad, zoals hij het tien jaar later noemt. Net als Turkiyemspor was De Dijk een ‘volksclub’. Bovendien zat de selectie vol met bekenden. Bentohami, Jerrel Linger, Juul Emanuelson, Robert Hoever; allemaal spelers die hij kende uit zijn jaren bij Turkiyemspor. “Ik ben een gevoelsmens en voelde mij daar heel erg thuis. In die tijd werd vreemd opgekeken van mijn overstap. Van de Hoofdklasse naar de vierde klasse, het stond zelfs in de krant (Het Parool, red.). Dat de koffie bij De Dijk lekkerder smaakte. Onzin, al die dingen.”

Uiteindelijk speelde Gundogdu er tot de zomer van 2015. Hij sloot zijn periode af met promotie naar de Hoofdklasse, onder Juan Fernandez Coto. Nog zo’n bekende: de twee speelden samen bij Turkiyemspor. “Ik heb nog steeds contact met die jongens. Ruder, Wiltenburg, Tayeb (allen nu OFC, red.) of Mostapha El Aamrani (HBOK). Niet dat we elkaars deuren platlopen, maar ik stuur ze wel een berichtje als ze jarig zijn. En als we elkaar zien, is het ook altijd goed.”

Gundogdu zal, ondanks zijn rugklachten, blijven voetballen tot het echt niet meer kan. Als linksbuiten constant sleuren, net zoals in zijn hoogtijdagen. “Het spelletje is zo mooi”, glundert hij. Dit combineert hij met het trainen van het jeugdelftal van zijn zoon bij Reiger Boys (Onder-12). Maar later ergens hoofdtrainer worden, denkt hij niet over na. “Nu train ik de jeugd, daar kan ik veel ervaring en passie instoppen. Het is mij wel een keer gevraagd, maar ik heb geen zin om die papieren te halen. Ik denk wel dat ik de ideale assistent-trainer ben. Nu nog niet. Ik blijf zelf voetballen, dan ook dat team van mijn zoon. Meer zal mijn vrouw niet accepteren.”

Foto: Rob Beense

Blijf op de hoogte en volg ons via Facebook, Instagram en Twitter!
▼Bezoek ook de clubpagina(s)