De Landsmeerse voetbalvereniging IVV viert op dinsdag 13 oktober zijn honderdjarig bestaan. Samen met Jaap Schreuder, Jan Wals, Denis Brouwer, Ale van der Zee, Alex Treuren, Roy Bussman, Dennis de Wit en Romano de Wit bespreken we het rijke clubverleden van de voetbalvereniging. Dit is deel 2: een gesprek met jeugdtrainer Ale van der Zee.
Ale van der Zee was 35 jaar lang seniorentrainer. De oefenmeester stond in die jaren voor de groep van DRC, De Volewijckers, SV Almere, VVS’46, OSV, FC Volendam A1, OFC en De Dijk. Toen hij vier jaar geleden besloot om zijn trainerscarrière te beëindigen, ging tegelijkertijd zijn kleinzoon voetballen bij IVV. Van der Zee stond dan ook regelmatig langs de kant om te kijken naar de mini’s van de club, waarin zijn kleinzoon te vinden was. Totdat IVV naar hem toekwam of hij wellicht zélf het team wilde trainen, besloot hij de kans te grijpen. “In het begin was dat even wennen”, vertelt Van der Zee. “Destijds waren ze pas 6 jaar en moesten ze nog alles leren, waardoor je jezelf moet verplaatsen in hun gedachtegang. Hoewel ik momenteel al in m’n derde jaar zit met deze jongens, denk ik nog altijd af en toe thuis: ‘Je moet ook weer niet teveel van deze spelers verwachten.’ Het belangrijkste is dat ze leren hoe ze een bal moeten trappen en stoppen. Daarnaast wil je natuurlijk ook dat ze hun acties maken, maar eveneens goed overspelen. Zulke aspecten gaan in hun brein simpelweg anders, dus daar moet je als trainer rekening mee houden.”
De winnaarsmentaliteit blijft bij Van der Zee altijd in zijn bloed zitten, al weet hij ook dat andere aspecten nog veel belangrijker zijn. “Ook bij senioren vind ik dat plezier maken voorop moet staan, want anders moet je niet gaan voetballen. Dat geldt zeker op deze jonge leeftijd, dus daarop probeer ik mijn oefenstof aan te passen. Het gaat dan ook niet om tactische zaken, zoals ik bij de senioren gewend was, maar spelenderwijs leren.” Het was voor Van der Zee in het verleden niet altijd even eenvoudig om de jongens training te geven. Aangezien IVV in een natuurgebied ligt, waren de spelers namelijk snel afgeleid. “Als er een vogeltje over het complex heenging en je stond tegen de jongens te praten, keken ze vaak alleen maar naar het vogeltje. Inmiddels zijn ze leergierig en hangen ze aan je lippen als je iets uitlegt. Dat is goed nieuws, want IVV wil ook met zijn jeugdafdeling naar een hoger plan. Dat houdt in dat je met die jongens daaraan moet werken. Vervolgens moet je onderscheid maken tussen de jongens waarin je wat ziet en de zogenoemde recreanten. IVV moet daarvoor nog zeker wat stappen zetten, maar gelukkig begint het te komen.”
Volgens Van der Zee is IVV een échte familieclub. “Natuurlijk staan prestaties hoog in het vaandel, maar dat moet ook hand-in-hand gaan met goed, onderling contact. In het verleden heb ik bij verenigingen gezeten die alleen maar prestatiegericht waren richting het eerste elftal, maar hier proberen ze de gehele vereniging omhoog te krijgen. Dat is een prachtig streven.” Ondertussen bestaat de club deze week honderd jaar, waarop Van der Zee zeer trots is. “Het is een prachtige mijlpaal in het verenigingsleven. De laatste twintig tot dertig jaar zie je zoveel clubs fuseren en omvallen. Als je ziet hoe deze club zich uitstekend staande houdt en zelfs investeert in het clubgebouw en kantine, dan mag je trots zijn dat IVV het zo goed volhoudt. Wij zullen het niet meer meemaken, maar op naar de 200 jaar!”
Tekst: Jordi Smit
Foto: Rob Beense