Eigenlijk wilde Jasper de Bie tot het laatste moment wachten, in de hoop op een bijzondere aanbieding. Die aanbieding kwam een paar weken voor de transferdeadline al voorbij. De vleugelaanvaller van zaterdag derdeklasser VVC stapt over naar competitiegenoot Overbos en keert op die manier terug in zijn woonplaats Hoofddorp.
Dit is voor hem de enige kans om op niveau samen te voetballen met zijn beste vriend Merijn Kuiken. En die kon hij uiteraard niet laten lopen. “Het klopte allemaal gewoon. Merijn heeft mij zeker overgehaald”, zegt De Bie. De twee trekken jarenlang met elkaar op, maar terwijl De Bie jarenlang in het eerste elftal van Hoofddorp speelde, maakte Kuiken zijn minuten in het tweede. “Wij hebben nog nooit samengespeeld. Dit is dé kans. Bovendien heb ik een fijn gesprek gehad met Maurice Kuiper (trainer) en Mark Coonen (teammanager, red.). Overbos is een heel gezellige club en daar heb ik een goed gevoel bij.”
De aanvaller speelde twee seizoenen voor VVC, nadat hij overkwam van Hoofddorp. Het eerste jaar ging alles goed, totdat de Nieuw-Vennepers naast het kampioenschap grepen. Dit seizoen was VVC lange tijd veroordeeld tot degradatievoetbal. Trainer Rini van Roon werd halverwege het seizoen bedankt voor zijn bewezen diensten, opgevolgd door Rick van IJzendoorn en VVC sloot de competitie af als nummer acht van de zaterdag derde klasse B.
“Dit seizoen liep het niet lekker, dat is erg jammer. Het was een matig elftal”, zegt De Bie eerlijk. “Het was jammer dat Rini weg ging, ik had een goede band met hem. De laatste weken had ik het niet meer naar mijn zin. Er was te weinig gezelligheid. Het eerste jaar bleven er twintig spelers hangen na de training of wedstrijd, nu slechts vijf. Ik ben toe aan iets nieuws.”
Dat nieuwe heeft hij gevonden in Overbos. Na twee jaar in Nieuw-Vennep keert hij terug in Hoofddorp. “Ik kan makkelijk op de fiets, zelfs lopend. Er komen aardig wat spelers van Hoofddorp. Iedereen kent elkaar, het zijn allemaal jongens uit de dezelfde plaats en ik denk dat zoiets juist helpt om zo snel mogelijk een hechte groep te worden.”
Foto: Jan Klootwijk