Koninklijke HFC heeft Kobe Wielkens overgehaald om volgend seizoen in Haarlem te voetballen. De pas 19-jarige voetballer sluit allereerst aan bij het Onder 21-team en hoopt zich zo te ontwikkelen dat hij kan aansluiten bij het eerste elftal van de Tweede Divisionist.
Wielkens had na de zomer de keuze uit Arsenal en Koninklijke HFC. “Ik heb in Amsterdam een uitstekende periode gekend, waarin de club veel vertrouwen in me toonde”, vertelt Wielkens. “Daardoor kreeg ik al op jonge leeftijd de kans om bij het eerste elftal aan te sluiten. Toen ik echter de mogelijkheid kreeg om naar Koninklijke HFC te verhuizen, heb ik toch voor die uitdaging gekozen.” Alhoewel Wielkens bij beide clubs de kans heeft zichzelf te verbeteren, ziet hij in Haarlem meer perspectief. “Het team traint onder meer drie keer in de week, waardoor ik nóg meer in mezelf kan investeren.”
Komend seizoen begint Wielkens dus bij de Onder 21, al is de stap naar het eerste elftal klein. “De vereniging werkt met een open selectie, wat betekent dat je de stap omhoog kan maken als je daaraan toe bent. Voorlopig richt ik me echter op de Onder 21, dat natuurlijk in een prachtige competitie speelt. Ik zie het als een grote uitdaging om na de zomer tegen mijn leeftijdsgenoten te voetballen.” De overstap naar zijn nieuwe club ligt in het verlengde van zijn doelstellingen op lange termijn. “Voor mezelf heb ik de ambitie om zo hoog mogelijk te voetballen. HFC speelt natuurlijk op een prachtig niveau, waar ik hoop ooit minuten te maken. Mijn doelstelling is allereerst om het eerste elftal te bereiken, al heb ik geen concreet tijdsplan voor mezelf opgesteld.”
De tiener, die afgelopen jaar nog onder zijn vader (Imro Wielkens, red.) voetbalde, trainde afgelopen week voor het eerst met de groep mee. “Mijn eerste indruk was eigenlijk direct goed. Naar mijn mening pas ik goed in de groep.” Wielkens legt zich voor aankomend seizoen geen grote doelstellingen op, maar wil vooral het hoogst haalbare bereiken. “Ik ben tevreden als ik alles eraan heb gedaan en mezelf maximaal heb ontwikkeld.”
Tekst: Jordi Smit
Foto: Jan Pieter Schouten