Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
Latif Wooter gaat volgend seizoen voor zijn vierde jaar als hoofdtrainer van zaterdag derdeklasser CTO’70. Onder zijn leiding kiezen de Duivendrechters voor een koerswijziging en wordt ingezet op persoonlijke ontwikkeling. “CTO’70 is echt mijn thuis geworden.”
Ja, hij heeft getwijfeld of hij wel zijn contract zou moeten verlengen. Niet zozeer omdat CTO’70 in een degradatiestrijd verwikkeld is, maar meer vanwege de veranderende mentaliteit in de regio. Hij merkt dat het steeds moeilijker wordt om spelers te motiveren op het moment dat je als club niet betaalt. “Ik heb altijd gezegd dat ik CTO’70 zie als een podium om een tussenstap te maken, maar dat brengt ook risico’s met zich mee omdat spelers niet echt een band met de vereniging hebben”, vertelt Wooter. “Juist in deze fase heb ik te maken met jongens die al meetrainen met andere clubs of zaakwaarnemer die ze dingen beloven, waardoor ze voor een selectiewedstrijd kiezen in plaats van een competitieduel. De jongens hebben geen zicht op wat wel of niet waar is.”
Vanaf volgend seizoen gaat CTO’70 zich vol inzetten op de persoonlijke ontwikkeling van spelers; schoolverlaters en degenen die niet weten wat ze later willen doen, kunnen geholpen worden aan een bijbaan of stage bij de club. ‘Werken aan je toekomst’ wordt het nieuwe adagium in Duivendrecht. Dat talentvolle jongens daarna mogelijk alsnog vertrekken, neemt Wooter voor lief. “Als wij jou twee jaar kunnen ondersteunen en je bedankt ons voor alles wat wij jou geleerd hebben, ben ik een tevreden mens.” Op die manier kan volgens hem een trainer bijdragen aan een positieve wending van onze toekomst. “Wat wij nu aan die jongens meegeven, krijgen we later terug wanneer we ouder zijn, omdat zij voor ons gaan zorgen in het bejaardentehuis.”
Het is alleen nog de vraag op welk niveau de Duivendrechters na de zomer acteren, gezien de huidige voorlaatste plek in de zaterdag derde klasse C en de naderende nacompetitie. Wooter acht de kans op handhaving groter dan degradatie. “We hebben genoeg complimenten gekregen, maar te vaak niet de punten”, aldus de oefenmeester, die mogelijk voor jaren aan de club verbonden blijft. “Misschien word ik de Arsène Wenger van CTO’70. Ik ga niet zelf op zoek, maar als er een club komt die mij een gelijkwaardig gevoel geeft, zal ik altijd luisteren. Het is heel moeilijk om mij dat gevoel te geven. Ik moet mij ergens thuis voelen, iets kunnen opbouwen. CTO’70 is echt mijn thuis geworden.”
Foto’s Hans van Beek
