Soufiane Reclaoui heeft niet de start beleefd die hij voor ogen had in zijn eerste maanden bij OFC. De vleugelaanvaller moest vanwege een maagbacterie lang toekijken, maar heeft zich inmiddels langzaam in de basis gespeeld van de derdedivisionist.
“Aan het begin van het seizoen slikte ik zes pillen per dag. Daardoor werd ik sneller misselijk en moe, waardoor ik nog niet alles heb kunnen laten zien”, legt Reclaoui uit. Met de clubleiding werd afgesproken hem rustig te brengen en geen haast te hebben. “Ik heb er alle vertrouwen in dat het de tweede seizoenshelft goed zal komen. Dan kan ik na de winterstop knallen voor OFC.”
De laatste weken verscheen hij al geregeld in de basiself van de Oostzaners. Al is dat wel vanaf de rechterflank en dat is iets anders voor de van origine linksbuiten. “Ik krijg veel vertrouwen van de trainer (Yuri Rose, red.). Ook geeft zijn assistent Thijs Sluijter veel tips, aangezien hij ook buitenspeler is geweest. Mijn teamgenoten zijn veel met mij bezig wat er allemaal beter kan. De wedstrijden die ik speelde waren goed, alleen is dat in de statistieken nog niet te zien.”
Reclaoui moest even wennen aan de cultuuromschakeling na zijn komst van Magreb’90. “Hier gaat alles er veel professioneler aan toe. Bij Magreb’90 voelde het meer als een amateurclub, dit is een stabiele club en heb ik niets te klagen. Het voelt weer als de trainingen die ik bij Volendam had. Ook heb ik nog nooit de druk meegemaakt dat je elke wedstrijd moet winnen. Met OFC moeten wij promoveren.”
Dat is nog altijd de doelstelling van de huidige nummer zeven van de Derde Divisie, die komend weekend op bezoek gaat bij koploper UNA. “Een kampioenschap wordt lastig (veertien punten achterstand, red.), dus zal het via de nacompetitie moeten gebeuren. Een lastig karwei”, weet Reclaoui, die zelf verder durft te kijken. “Ik ben erg ambitieus en wil hogerop. Dit is mijn tweede seizoen in Derde Divisie en ik zou graag de stap naar de Jupiler League willen maken. Alleen als we met OFC naar de Tweede Divisie gaan, zal ik nog wel twijfelen.”
Verslag Roy Baltus
Foto Rob Beense