Maurice Renger is ook komend seizoen hoofdtrainer van OSV. De Amsterdamse vereniging en oefenmeester spraken deze maand met elkaar over de toekomst en besloten dat er voldoende aanknopingspunten zijn om de samenwerking voort te zetten.
Renger was in het seizoen 2019/2020 nog assistent-trainer van JOS Watergraafsmeer, maar besloot bij OSV op eigen benen te willen staan. Hoewel zijn ploeg de drie bekerwedstrijden verloor en ook in drie van de vier competitieduels onderuit ging, behoudt het bestuur vertrouwen in hem. “Uiteindelijk hebben we door de coronacrisis maar tien weken met elkaar samengewerkt: zes weken in de voorbereiding en vier weken in de competitie”, vertelt Renger, die eveneens hoorde dat Joop Hollander, Johan Klein en Mo Lazaar bij zijn technische staf blijven. “Over die tien weken overheerst bovenal tevredenheid. We hebben dan wel veel verloren, maar we merkten dat we in de loop van de weken écht stappen zetten en beter gingen spelen. Ik ben dan ook zeer blij met de verlenging. Volgend seizoen gaan we vol energie met elkaar door.”
Tijdens de seizoenstart creëerde het elftal van Renger tientallen kansen, maar verzuimden het steevast om op voorsprong te komen. OSV sloot het bekertoernooi daarom af met negen tegengoals en geen doelpunten voor, terwijl het ook in de eerste twee competitiewedstrijden geen treffer maakte. Tijdens de twee wedstrijden voor de coronastop veranderde dat: OSV won met 2-0 van EDO en ging met 3-1 onderuit tegen Purmersteijn. “Aangezien ik weet dat ik hier volgend seizoen nog ben, gaan we rustig kijken naar mogelijke versterkingen. Maar ik wil vooral benadrukken dat we over een sterke, leuke en leergierige selectie beschikken, waar ik nu al zeer blij mee ben.” Ondertussen kreeg Renger ook al wat mee van de gezelligheid bij de club. “Dat mocht natuurlijk nog geen naam hebben, want door de coronacrisis hield iedereen anderhalve meter afstand. Maar ik zag toch al voorzichtig hoe gezellig de club is. Ook dát is belangrijk bij OSV.”
Tekst: Jordi Smit
Foto: Jos Spitteler