Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
De nieuwe coach van de zaalvoetballers van AORC/Lebo Vastgoed Calvin Blankendal heeft zo zijn eigen ideeën hoe hij komend seizoen het team naar een hoger niveau kan brengen. Vanavond speelt de ploeg onder leiding van Mo Bouchibti in de halve finale van de beker tegen De Hommel.
Het is al de derde keer dat Blankendal bij AORC aan de slag gaat. In het verleden was hij tot twee keer toe als speler aan de club verbonden en momenteel loopt de veertig jarige trainer al stage bij de club. Blankendal: “ De club is inderdaad niet nieuw voor me. Ik heb zelfs voor ze gespeeld toen ze tijdelijk naar Almere waren verhuisd. Ik ben er begonnen dus het is prachtig dat ik er nu trainer ben geworden.”
Blankendal heeft ene rijk voetbalverleden. Hij speelde in de jeugd bij Ajax en AZ en debuteerde zelfs in het betaalde voetbal voor Haarlem. In het amateurvoetbal speelde hij vaak op het hoogste niveau. Onder Ton Ojers bij DCG, bij Hollandia in Hoorn, in Amsterdam voor JOS Watergraafsmeer, maar ook voor Zwaluwen’30. Vaak combineerde de technische voetballer het met zaalvoetbal. Blankendal: “ Ik heb in de zaal zoveel geleerd dat ik op het veld kon gebruiken. De zaal maakte me gewoon ene betere veldspeler. Ok vind het dan ook er g goed dat de spelers op het hoogste niveau ook gewon weer op het veld mogen spelen.’
De KNVB verbood dat een aantal jaar. Het kwam het futsal, zoals het toen nog heette niet ten goede. Blankendal: “ Toen ik bij Hollandia zat speelde ik in de zaal bij Veerhuijs. Dat ging prima samen. Mijn trainers hielden daar ook rekening mee en de clubs werkten goed samen. Als je dat als KNVB niet wil dan moet je het professionaliseren en er geld in steken. Anders is het niet mogelijk. Ik weet nog dat we een keer op het EK werden uitgelachen door Portugal toen we vertelden wat we verdienden.”
Blankendal is tot op de dag van vandaag nog actief op het veld. Hij speelt af en toe zijn wedstrijdjes mee bij zondag vierdeklasser Buitenveldert. “Ik moet wel bezig blijven, maar ik merk wel dat ik dit niveau echt te laag voor me is. Ook al ben ik veertig. Ik zou nog wel een jaartje door willen bij een club die het goed vindt dat ik maximaal ene keer per week kom meetrainen. ”
Met AORC/Lebo Vastgoed hoopt hij komend jaar uiteraard de spelers beter te maken en attractief te laten spelen, maar de oefenmeester, die momenteel bezig is om het hoogste trainers diploma in de zaal te halen, wil meer met zijn spelers. Blankendal: “Voetballen kunnen ze allemaal wel in Amsterdam, maar aan de mentaliteit en discipline schort het nog wel eens. Ik heb iets in mijn hoofd en als ik zie dat dat werkt en dat goed wordt uitgevoerd dan zijn de resultaten voor mij in eerste instantie, bijzaak. Ik ben een man van het proces in plaats van het resultaat. Die komen dan vanzelf wel.”
