Raily Ignacio sloot het vorige seizoen met AFC af als topscorer van Het Amsterdamsche Voetbal. De aanvaller maakte twintig treffers en liet daarmee Daniel Schermer (IVV) en Mylan Polman (Purmersteijn) achter zich. Wij reisden naar AFC af om aan Ignacio de prijs uit te reiken.
Sinds zijn overstap van Kozakken Boys behoort Ignacio tot de smaakmakers van de historische Amsterdamse vereniging. Seizoenlang staat hij garant voor handenvol doelpunten per seizoen en ook in het voetbaljaar 2021/2022 was het weer raak. Ignacio wist ruimschoots in de dubbele cijfers te belanden en stopte uiteindelijk bij twintig doelpunten, waarmee hij goed was voor een derde van de treffers van AFC.
Hoewel de centrumspits blij is met de behaalde cijfers, is hij persoonlijk ontevreden over het vorige seizoen. “Veel mensen binnen de club weten dat ik kritisch ben richting mezelf”, zo begint Ignacio. “Ik vind dat ik mijn ploeg vorig jaar op beslissende momenten niet altijd heb opgeholpen, waardoor we niet uit een lastige situatie kwamen. Dat neem ik mezelf kwalijk, want met mijn ervaring en kwaliteiten moet ik daartoe in staat zijn.”
Door een matige eindfase van het seizoen kwam AFC niet verder dan een zesde plaats in de competitie, waardoor het ver verwijderd bleef van een kampioenschap. “Vergeleken met ons kampioensjaar (2018/2019) verkeerden we simpelweg in een mindere vorm, waardoor het ons niet lukte om een lange reeks overwinningen neer te zetten. Als aanvaller ben je natuurlijk afhankelijk van de spelers om je heen, maar ik vind vooral dat ik zélf beslissend moet zijn. Ik heb er zin in om dat komend seizoen weer te laten zien.”
Tóch kreeg Ignacio het voor elkaar om topscorer te worden, een titel waarop hij trots is. “Het is niet mijn eerste persoonlijke prijs, maar het blijft speciaal om deze in ontvangst te nemen. Ik denk dat ik vorig seizoen weer hard heb gewerkt en heb geprobeerd om het team te helpen.” Na de zomer is Ignacio wederom ambitieus. “De Tweede Divisie is een lastige competitie, maar dat maakt het alleen maar uitdagend. Hopelijk kan ik een belangrijke bijdrage leveren aan een mooi seizoen.”
Tekst: Jordi Smit