Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
Na een jaar in de Hoofdklasse Zaterdag keert de zondagselectie van Purmersteijn weer terug naar de zondag. De zaterdag als wedstrijddag beviel Daniël Schermer, aanvoerder van de ploeg, echter zo goed, dat hij ervoor kiest bij de zaterdagselectie van de club aan te sluiten.
Daniël Schermer speelde bij Purmersteijn veelal zijn wedstrijden wedstrijden op de zondag. Vorig jaar besloot de zondagselectie er echter voor te kiezen om in de Hoofdklasse op de zaterdag te gaan spelen. Die keuze beviel Schermer uitstekend: “Ik moet zeggen dat ik de zaterdag enorm fijn vond. Ik heb thuis ook twee kleine kinderen en dan is het lekker om op zondag daar wat leuks mee te doen.”
Vorig jaar vertrok al een deel van de selectie naar de zaterdagselectie, maar toen koos Schermer ervoor om met de zondagselectie nog een jaar in de zaterdag Hoofdklasse te spelen: “Vorig jaar probeerden een aantal jongens me al mee te krijgen, maar ik wilde graag nog even in de Hoofdklasse blijven voetballen. Dit jaar gingen er echter weer meer jongens weg, waardoor de keuze voor mij snel gemaakt was om ook naar de zaterdagselectie te gaan.”
Daar komt Schermer ook Bas Vellema weer tegen, waar hij eerder bij Purmersteijn samen mee voetbalde. Schermer heeft dan ook volop vertrouwen dat er bovenin de tweede klasse mee kan worden gedraaid. “Afgelopen jaar hebben ze een periode gepakt en bovenin goed meegedraaid. Ik denk dat we dat met het team van volgend jaar minstens moeten evenaren en het liefst zelfs verbeteren”, aldus Schermer die afgelopen seizoen topscorer van zijn ploeg werd.
Kampioenschap en bekerwinst
“Het zijn geweldige jaren geweest. Natuurlijk waren het kampioenschap en de bekerwinst de hoogtepunten. In het begin van dat seizoen speelde ik niet door een blessure, maar aan het einde was ik er gelukkig wel bij. Dat was een geweldig jaar voor de club, maar ook voor mij persoonlijk”, waarmee de spits terugblikt op zijn tijd bij de zondagselectie, met het seizoen 2016/2017 in het bijzonder.
Tekst: Mitch Marinus
Foto: José Mol
