Martin van Ophuizen

Van Ophuizen wil met Purmersteijn in coronastop conditionele en fysieke slag slaan

Purmersteijn begon dit seizoen met een talentvolle selectie aan de Hoofdklasse zondag. De eerste 4 wedstrijden van het team van trainer Martin van Ophuizen leverden 4 punten op, al hadden de resultaten met een beetje geluk positiever kunnen uitvallen.

De Purmerendse vereniging haalde in het voorjaar maar liefst 9 nieuwe gezichten naar de club, waaronder Stan Zoetebier (Jong FC Volendam), Kevin Owusu Asare (Ajax Zaterdag) en Luke Abelskamp (Hollandia). Tevens sloten 2 jeugdspelers zich bij de selectie aan, waardoor Van Ophuizen met een frisse groep aan de slag kon. Dat heeft echter ook zijn keerzijde, wist de trainer goed vooraf. “Je hebt simpelweg tijd nodig om met zo’n jonge groep ergens naartoe te groeien”, legt hij uit. “Aangezien we in de Hoofdklasse spelen, is het best pittig om met deze jongens constant te presteren.” Van Ophuizen koos bewust voor een zware voorbereiding, waarin hij de jongens zoveel mogelijk kon testen en een goed beeld ontstond van ieders kwaliteiten. “We begonnen daarna met een positieve insteek aan het nieuwe seizoen.” De eerste wedstrijd, thuis tegen SDO, sloot Purmersteijn af met een 0-0 gelijkspel. “We konden die wedstrijd echter ook winnen met ons overwicht. Helaas lukte ons dat uiteindelijk niet.”

De week erop ging Purmersteijn op bezoek bij RKZVC, waar het nipt met 2-1 verloor. Hoewel de bezoekers nog wel op een 0-1 voorsprong kwamen, ging het daarna alsnog mis. In de derde speelronde pakte Purmersteijn alsnog zijn eerste drie punten door Hoogeveen met 3-2 te verslaan en speelde het team een uitstekend duel. De beste competitiewedstrijd was volgens Van Ophuizen echter de laatste, waarin Purmersteijn vertekend met 3-0 verloor. “De eerste goal gaven we eenvoudig weg, waarna we een penalty voor de gelijkmaker misten. Vlak daarna viel de tweede tegentreffer, terwijl we gewoon de bovenliggende partij waren. Uiteindelijk schiet je daar niet veel mee op, maar kijkend naar de stappen die we maakten zag je dat de ploeg steeds beter speelde.” Purmersteijn zou in de weken erna nog tegen TAC ’90 en Alphense Boys spelen, maar allebei de wedstrijden gingen uiteindelijk niet door vanwege het coronavirus. “Daardoor heb je binnen onze competitie ploegen die al 6 wedstrijden hebben gespeeld, terwijl wij pas 4 duels achter onze naam hebben staan.”

Van Ophuizen rest de komend weken niets anders dan met de jongens op het trainingsveld bezig te blijven, hoewel hij tactisch gezien niet veel kan doen. “Tijdens de trainingen van dinsdag en donderdag proberen we een conditionele en fysieke slag te slaan, zodat we fit blijven en misschien wel fitter worden. Het is jammer dat je dat niet naar wedstrijdsituaties kan brengen, waardoor je je speelwijze kan ontwikkelen. Daarom zijn we zoals iedereen in afwachting van de regering wanneer we weer in groepsvorm mogen trainen, want dan kunnen we de volgende stap zetten.” Desondanks is Van Ophuizen eveneens trots op de stappen die zijn ploeg al maakte. “In eerste instantie waren we bezig om defensief goed te staan. Vervolgens hebben we dat uitgebreid naar het overwicht met de bal. De grootste les van de afgelopen tijd is dat het níét hebben van de bal niet voor een overwinning zorgt, maar dat voor het hebben van de bal hetzelfde geldt. Tegen Hoogeveen hadden we namelijk minder balbezit, maar wonnen we wel, terwijl dit in de laatste wedstrijd tegen SJC precies andersom was. Het betekent dat wij bij het druk zetten van de tegenstander langer balbezit moeten houden en bij meer balbezit dan de tegenstander minder kwetsbaar moeten worden in de omschakeling. Daar moet simpelweg een goede balans in zitten, waaraan we hard werken.”

Tekst: Jordi Smit
Foto: José Mol

Blijf op de hoogte en volg ons via Facebook, Instagram en Twitter!
Bezoek ook de clubpagina(s)