In de zaterdag tweede klasse B heeft Waterwijk op eigen veld in de eerste thuiswedstrijd geen overwinning kunnen behalen op sv Loosdrecht. Gezien de gehele wedstrijd waren daar zeker de kansen voor. In de tweede helft moest men ook nog eens met negen man verder gezien twee rode kaarten. Eerst kreeg Jordy Kreeberg zijn tweede gele en later was er direct rood voor Ismael Chibrani.
Bekijk hier alle uitslagen en de tussenstand in zaterdag 2b
Vanaf het eerste fluitsignaal was de thuisclub de betere partij. Het spel zag er verzorgt uit en kansen waren er ook voldoende. Na zo’n 15 minuten was het raak voor Waterwijk, met een mooie aanval werd de verdediging van Loosdrecht uit elkaar gespeeld en was het Ismael Chibrani die op aangeven van Jordy Kreeberg fraai in de kruising scoorde: 1-0. Hierna behield Waterwijk wel het meeste balbezit maar vlak voor het zestienmetergebied waren de passes vaak te onzuiver. Later in de eerste helft verdubbelde de thuisploeg toch de 1-0 voorsprong. Uit een vrije schop zag Randy Paeper kans de Loosdrecht goalie te passeren: 2-0. Loosdrecht zette nu meer druk op Waterwijk en werd de strijd wat steviger. In de laatste tien minuten van de eerste helft zagen de gasten toch kans de aansluitingstreffer te forceren. Luuk van Huisstede liet de aanhang van Loosdrecht in de 44e minuut juichen: 2-1.
In de tweede helft twee vrijwel gelijke ploegen die vol op de aanval speelden. Waterwijk had weer het meeste balbezit maar twee kansen werden om zeep geholpen. Uiteindelijk moest Waterwijk met negen man verder en dat deed de ploeg geen goed. Loosdrecht rook dat er nog een punt uit dit duel te halen was en dat gebeurde ook. Vanuit een ingooi wisten de gasten uit een klutsbal uiteindelijk de gelijkmaker te scoren: 2-2. De laatste minuten nog spannende momenten maar de stand veranderde niet meer.
Waterwijk trainer Mo El Abdelaoui vond wel dat zijn ploeg deze middag de winst had kunnen pakken: “Die twee rode kaarten deden er ook geen goed aan, maar voor de rust hadden we meer moeten scoren en dat verzuimden we.”
Tekst en foto: Herman de Wit