Vooraf werd de kans niet bijzonder groot geacht dat AFC in de slotwedstrijd van het seizoen zichzelf alsnog tot kampioen van de Tweede Divisie zou kronen. Door de teleurstellende puntendeling vorige week bij OFC had naaste concurrent Katwijk immers kans gezien om in puntenaantal gelijk te komen met de Amsterdammers. Erger was dat AFC qua positief doelsaldo ten opzichte van Katwijk acht doelpunten tekortkwam. Kortom, coach Benno Nihom en zijn ploeg moesten er tegenover het bezoekende Excelsior Maassluis maar het beste van zien te maken en dan maar hopen dat Katwijk minder punten dan zijzelf zou pakken. Een extra complicatie was het feit dat de tegenstander zelf ook nog minimaal één punt nodig had om gevrijwaard te blijven van de nacompetitie, of daar in ieder geval kans op te maken. Want ook voor Excelsior Maassluis was het resultaat op de andere velden van belang.
Geen eenvoudige opgave dus voor de thuisploeg, die het niet meer in eigen hand had. Toen scheidsrechter Winkel het startsignaal voor de tweede helft blies, zag de wereld er voor AFC echter voor even heel rooskleurig uit. De omroeper van dienst maakte onder luid gejuich bekend dat Katwijk op dat moment met 0-1 achter stond. Zou het dan toch nog kunnen? En dat terwijl de eigen vertoning van AFC in het eerste bedrijf maar bar weinig ruimte voor optimisme had geboden. Weliswaar had AFC voortdurend een overwicht, maar het waren de Maassluizers die tot een paar keer toe in kansrijke positie kwamen. Pas op slag van rust wist Kevin Visser namens de thuisploeg de eerste serieuze doelpoging noteren. Zijn vlammende schot kon maar ternauwernood door de reservedoelman van Excelsior gekeerd worden (eerste doelman Tom Boks had kort daarvoor het veld geblesseerd moeten verlaten). Over blessures gesproken, AFC kreeg zelf nog veel vroeger in de wedstrijd al te maken met een nadelig blessuregeval. Nog binnen de eerste tien minuten blesseerde Joel Tillema zich zodanig hij zich moest laten vervangen door Matthijs Jesse. Het was vervolgens wel weer een opsteker dat Matthijs Jesse met zijn energieke aanvalsopzetten uitgroeide tot dé smaakmaker aan Amsterdamse zijde.
De ontwikkelingen in Katwijk maakten dat AFC totaal onverwacht genoeg zou hebben aan de op zich te bleke 0-0 ruststand. De vreugde rond het veld duurde echter niet lang, want al snel sijpelde het bericht van de gelijkmaker van Katwijk door. Of zij dit nieuws nu wel of niet mee kregen, de roodzwarten drongen hun tegenstanders steeds nadrukkelijker in de verdediging. Echt doelrijpe kansen waren er echter opnieuw maar nauwelijks. Centrale verdediger Gevero Markiet kopte een keer recht in de handen van de doelman, Raily Ignacio kwam ook tot een krachteloze poging terwijl hij in vrije positie over zichzelf struikelde. Benno Nihom greep in door Visser en Ignacio naar de kant te halen ten faveure van Noa Benninga en Tim Linthorst. Laatstgenoemde werd achterin geposteerd om Markiet op de positie van centrumspits te zetten. De al eerder ingebrachte Melvin Platje stond nu op rechts en Jesse op links. Het éénrichtingsverkeer naar het doel van Excelsior was nu volkomen. AFC-doelman Gijs van Zetten had niets anders meer te doen dan zich met rek- en strekoefeningen een beetje lenig te houden.
Opnieuw kwam er bericht door via de digitale tamtam: Katwijk stond met 2-1 voor. Met name Matthijs Jesse bleef maar doorgaan met scherpe voorzetten, maar steeds wist de ingevallen doelman Tobias van der Kleij de aandringende AFC-ers voor te zijn. Dat ging een aantal keren beslist niet gladjes, erg zeker van zijn zaak leek de doelman niet te zijn maar hij was wel effectief. Uieindelijk bleek alle energie van de thuisploeg voor niets, de Amsterdammers slaagden er tot het einde toe niet in om het gaatje in de vijandelijke verdediging te vinden. Terwijl Excelsior luid door de eigen aanhang werd toegejuicht (het puntje was zowaar genoeg gebleken voor rechtstreekse handhaving), stortten de AFC-ers moegestreden ter aarde.
Nog op het veld beaamde Gevero Markiet dat de deceptie groot was. “Natuurlijk was het een mooi seizoen, maar het had nog veel mooier kunnen zijn. Ik had zo graag mijn derde seizoen hier als kampioen willen afsluiten. Wij hebben het laten liggen door de laatste maanden gewoon te weinig te creëren. Vandaag ook weer, hoe vol wij er ook voor gingen. Het moet een mentale kwestie zijn dat we al een tijd uit vorm.”
Benno Nihom was het korte tijd later niet met hem eens op het punt van creëren: “Wij creëren echt wel genoeg, wat wij niet doen is scoren. Gewoon die ballen in het doel, dát lukte ons na de winter bijna niet meer. Dat is de reden, en niets anders, dat wij geen kampioen zijn geworden. Voor de winterstop scoorden wij veertig keer, daarna nog maar twintig. Dan weet je genoeg.”
Relativerend erkende de jonge trainer dat hij in zijn eerste jaar toch maar mooi een puik seizoen had gedraaid, om even later nog een keer terug te komen op de gemiste kans op het allerhoogste. “Wij hebben de doelstelling gehaald (bij de eerste drie), dat is prima. Wij hebben echter niet onze ambitie gehaald. Puur en alleen door onvoldoende te scoren. Verdedigend stond het vrijwel altijd goed, aanvallend was het onder de maat. Waardoor wij nu op de ranglijst als nummer drie eindigen, terwijl wij al vanaf november bij de eerste twee hoorden. Ik ben het met je eens dat wij voor het komende seizoen een prima basis hebben om op voort te gaan. De komende tijd gaan we echter goed evalueren hoe het huidige seizoen is verlopen.”
Tekst: Jakob Kos
Foto’s: Tom Poederbach