De Amsterdamse derby Chabab – AFC in de Topklasse was leuk om te kijken. De thuisploeg probeerde de strijd aan te gaan, maar AFC was duidelijk een maatje groter vandaag. AFC, won na een snelle treffer, uiteindelijk met 1-2. De ploeg van Cor ten Bosch boekte daarmee haar vierde zeg op rij en klimt inmiddels gestaag op de ranglijst van de topklasse.
“Het was geen goed voetbal vandaag, maar wel lekker veel strijd” was Cor ten Bosch kort en krachtig over de wedstrijd. AFC zat eigenlijk de gehele wedstrijd op rozen. In de 6e minuut was er een vrije trap op het middenveld. Duncan van Mol bracht de bal in de zestien. Aanvoerder Jasper de Haer kopte de bal bij de 1e paal binnen. 0-1

Voor Chabab was het gemis van een spits duidelijk zichtbaar. Buitenspelers Frank Wiafe-Danquah en Nana Kwarteng zochten veelvuldig de individuele actie. Als ze een keer er langs waren, dan waren daar keer op keer, Jasper de Haer en Mike Ruijter, die de rugdekking verzorgden.
AFC op haar beurt leunde lekker achterover en bracht heel veel strijd op het middenveld en was middels snelle omschakelingen regelmatig gevaarlijk.
Na de rust verwachte het publiek een strijdbaarder Chabab, maar zeer slordig balverlies in de eerste minuut na de pauze zorgde er voor dat Bas Ent alleen naar keeper kon gaan. De eerste inzet werd gekeerd, maar de rebound zorgde voor 0-2 en de wedstrijd leek in de tas.
Trainer Cor ten Bosch bracht wat wissels, waardoor Allon Worms zijn debuut in de Topklasse mocht maken.
Ahannach bracht nog extra spitsen en probeerde wat opportunistischer de wedstrijd te forceren. Verder dan een rake kopbal van invaller Rabbue Frindi uit een corner vlak voor het einde kwam Chabab niet. 1-2

Chabab trainer Alami Ahannach: “We kunnen allemaal goed voetballen, maar we missen een echte spits. Scoor je geen goals in de Topklasse, dan sta je onderin. Maar win je een paar keer dan stijg je heel snel op de ranglijst. Het is gelukkig nog vroeg in het seizoen.”
Snel stijgen op de ranglijst daar kan AFC over meepraten. Voor de vierde keer op rij won AFC. Het staat inmiddels vierde en ver van de onderste plaatsen, waar men op Goed Genoeg bij de start van de competitie voor vreesde.