Mocht Björn van Breenen komend weekend scoren tegen zijn oude club DCG, zal hij gewoon gaan juichen. De middenvelder van derdeklasser Sporting Martinus heeft daar lak aan, ook al is het tegen de club waar hij twee jaar speelde en de kans kreeg door te breken in het eerste elftal. Zondag keert hij voor even terug op Sportpark Ookmeer.
Hij kijkt ernaar uit om zijn oude ploeggenoten weer tegen te komen. Met Fikret Coskun had Van Breenen zelfs al contact. “Ik vroeg hem hoe het gaat en of hij zondag speelt. Hij is geblesseerd, maar komt wel kijken”, zegt hij. “We hebben elkaar even gesproken. In mijn twee jaar bij DCG ging ik heel goed met hem om, hij is een goede vriend geworden. Maar allebei laten we niet heel veel los over onze teams. Dat hoort ook niet. Ik ken nog meer jongens en weet dat het een goed team is met goede spelers. ”
Van Breenen weet een beetje wat Sporting Martinus te wachten staat, al is er volgens hem ook een hoop veranderd bij zijn oude club. Bovendien is het de eerste wedstrijd na de winterstop en moet iedereen er nog een beetje inkomen. “Ik denk dat DCG de lichte favoriet is, met name omdat zij bovenaan staan. Maar wij zijn een lastige en moeilijke tegenstander om tegen te spelen. We scoren weinig en krijgen ook weinig tegen. 0-1 is voor ons genoeg.”
De middenvelder is op de weg terug nadat hij de eerste seizoenshelft veelal geblesseerd moest toekijken. Dat is nu voorbij: de laatste weken pendelde hij tussen de basiself en de bank. “De andere jongens speelden vanaf het begin met elkaar, zij hadden meer krediet. Dat was ook logisch”, geeft Van Breenen toe. “Nu ben ik honderd procent fit en probeer ik mijn basisplek terug te krijgen.”
Als hij straks helemaal terug is, hoopt hij nog meer zijn stempel te kunnen drukken op de nummer vier van de zondag derde klasse C. Bijna halverwege de competitie wacht Van Breenen nog altijd op zijn eerste doelpunt in het shirt van de Amstelveners. Daarom zal hij ook ‘gewoon’ juichen als hij komend weekend scoort. “Ik vind het een beetje onzin om niet te juichen. Als ik scoor, ben ik blij. Dat wil ik laten zien. Het trainingskamp was goed, dus ik heb er vertrouwen in dat het goed komt.”
Foto: Alex van Elven