De zaterdagselectie van Purmersteijn heeft zich versterkt met Geronimo Comvalius. De voetballer die overkomt van De Volewijckers, kijkt ernaar uit om bij zijn nieuwe club aan de slag te gaan. “De ambities die de club heeft en het vertrouwen dat de trainer in mij heeft uitgesproken, hebben mij overtuigd dat dit de juiste stap is”, vertelt Comvalius.
Turbulente loopbaan
De 24-jarige vleugelverdediger begon zijn carrière in de jeugdopleidingen van SV Argon en DWS. Nadat hij de overstap maakte naar SV Spakenburg, kwam hij in 2018 terug naar Amsterdam om voor ASV De Dijk te spelen. Het was voor een korte periode, want het seizoen erop kwam hij uit voor De Volewijckers. “Ik kreeg daar een belangrijke rol van de trainer, die ik goed heb ingevuld. Bovendien heb ik mezelf het afgelopen seizoen uitstekend kunnen ontwikkelen, mede door het vertrouwen van mijn voormalige trainer. Daardoor ben ik opgevallen bij Purmersteijn.”
Zinderde competitie
Drie weken geleden zocht Purmersteijn voor het eerst contact met Comvalius. “Eerlijk gezegd was ik eerst redelijk verbaasd, want ik kreeg te horen dat de club me sinds het begin van het seizoen al volgt. Al die tijd heb ik dit niet doorgehad, dus dat vond ik een vreemd gevoel. Vervolgens ben ik met het bestuur en de trainer in gesprek gegaan. Die gesprekken bevielen uitstekend, dus daarom heb ik snel de knoop doorgehakt.”
Comvalius kijkt uit naar volgend seizoen, als hij aan de zinderende tweede klasse A mag deelnemen. Het is een competitie die jaarlijks volstaat van spanning tot de laatste speelronde. “Purmersteijn kwam absoluut op het juiste moment. Volgend seizoen neem ik het met Purmersteijn op tegen clubs als HBOK, stuk voor stuk uitstekende tegenstanders. Ik wil mezelf dan ook graag aan dit soort ploegen meten.”
“Het is de bedoeling dat ik de taak die ik bij De Volewijckers heb gekregen, ook bij Purmersteijn ga invullen. Voor zowel de club als voor mij wordt het een win-winsituatie. Of we volgend seizoen voor het kampioenschap gaan? Ja, absoluut”, aldus Comvalius.
Tekst: Jordi Smit
Foto: De Volewijckers