Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
De Meteoor bereidt zich de komende anderhalve week voor op de nacompetitie. Op 19 juni staat een cruciale wedstrijd op het programma, waarin de Amsterdammers het opnemen tegen PVC. “Het wordt een finale op zich”, zo kijkt Charles Loots vooruit.
Eind mei had De Meteoor de kampioenstrijd al bijna opgegeven, toen er plotseling een opvallende uitslag in de vierde klasse te zien was. Koploper Zeevogels ging met 2-0 onderuit tegen Oosthuizen, terwijl De Meteoor met 0-8 uithaalde tegen Purmerland. In theorie had de Amsterdamse vereniging daarom nog altijd kans op het kampioenschap, al moest Zeevogels dan opnieuw verliezen. Hoewel De Meteoor met een 6-1 zege op Dynamo zijn plicht deed, won Zeevogels met 5-1 van Alkmaarsche Boys.
“We wisten natuurlijk dat de kans klein was, maar het blijft jammer. Het is echter belangrijk om ons snel weer op te richten en ons te concentreren voor de nacompetitie. We gaan met een goed gevoel naar de wedstrijd van PVC, al ben ik van mening dat we het op verschillende terreinen beter kunnen doen. Over anderhalve week moeten we ons voor 200 procent inzetten om de wedstrijd tegen PVC winnend af te sluiten.”
Met PVC treft het een tegenstander die in de derde klasse vijf overwinningen behaalde, drie gelijkspelen op zijn naam zette en zestien nederlagen moest verwerken. Uitsluitend hekkensluiter JOGA Fortius behaalde minder punten in de competitie. “Ik heb vernomen dat PVC goed is in de omschakeling, dus daar zullen we op moeten blijven letten. Zij zijn natuurlijk een hoger niveau gewend, maar wij hebben dan weer een beter gevoel. Het zal hoe dan ook een spannende wedstrijd worden.”
Naar verwachting zullen vele supporters De Meteoor achterna gaan om de selectie te ondersteunen. “Het positieve is dat we als technische staf niemand hoeven te motiveren, want elke speler weet waar het om gaat. Als trainer probeer je om op specifieke onderdelen te trainen, zodat de spelers zijn voorbereid op wat komen gaat. Verder is het in dit soort wedstrijden altijd afwachten.”
Tekst: Jordi Smit
Foto: John Beckman
