,,Mijn leukste tijd bij Ajax was bij de A-jeugd en de overgang naar de selectie van het eerste elftal“
Desmond Gemert vierde afgelopen weekend zijn zestigste verjaardag. Nog altijd geniet hij bekendheid bij een flink deel van de ‘oudere’ generatie Amsterdammers en ver buiten de stadsgrenzen. Voor een voetballer die nooit dé voetbaldroom had zoals velen dat wel hebben, had ras-Amsterdammer Gemert een heel mooie carrière. Als oudere junior werd Gemert gescout voor FC Amsterdam en nam Tonny Bruins Slot het jonge talent mee naar het Ajax in heropbouw van Johan Cruijff. Gemert: ,,Ik heb veel aan de club Ajax te danken, ik ben trots dat ik voor Ajax heb gespeeld, maar het is verder absoluut mijn wereldje niet meer, ik heb me er in de loop van de jaren steeds verder vanaf gezet.”
Jongere jaren
Gemert kwam vanaf zijn vier jaar bij Real Sranang, de club waar zijn vader kind aan huis was en zelfs een toernooi naar zich zag vernoemd. Veel bekende voetbalvaders met een Surinaamse achtergrond kwamen daar bij elkaar. De grote voetbalnamen zoals Gullit, Rijkaard en Kluivert hadden minder binding en lieten zich nooit zien. Ook Gemert ging bij een andere club voetballen: ,,Ik begon bij Rivalen op Sportpark Riekerhaven. Daar zaten ook twee andere verenigingen als ik me dat goed herinner: KBV (opgeheven in 2003, red.) en Neerlandia (opgeheven in 1991, red.). Ik woonde toen in de buurt van het Hoofddorpplein. Samen met twee vriendjes ging ik bij Rivalen op zesjarige leeftijd spelen. Weet je trouwens wie daar ook ooit is begonnen met een balletje trappen? Ruud Krol. Als tweede jaar B-junior werd ik gescout door FC Amsterdam. Ik was net 16 jaar geworden. De jongere spelers bij FC Amsterdam, na mij, waren 18-19 jaar en voor de rest vooral de gevestigde namen. Ik heb er één jaar gevoetbald, in het Olympisch Stadion, dat was super leuk. Ik speelde in het C-team (dat was wat nu ‘jong’ teams worden genoemd) onder leiding van Tonny Bruins Slot, het ging me heel goed. Ik kan me nog het Blauw-wit -Pinkstertoernooi herinneren. Dat was ook zo geweldig om mee te maken als jeugdspeler. Dé Stoop stopte ermee en de club FC Amsterdam ging failliet. Bruins Slot nam mij vervolgens mee naar Ajax.”
Ajax
Tegenwoordig lukt het niet meer om te voetballen, vanwege knie- en achillespees blessures en andere kleine pijntjes. Gemert: ,,Ik mis het wel hoor, dat balletje trappen. Ik deed nog weleens mee aan het vernoemde toernooi bij Real Sranang en ik heb walking football geprobeerd. Dat laatste vond ik helemaal niets. Wij zijn gewend een bal in de loop te spelen, daar moet alles in de voeten. Ik voel me geen zestig jaar, maar na mijn carrière heb ik een kruisbandblessure gekregen en werd het minder. Ik heb later nog gespeeld voor Lucky Ajax en de Ajax Veteranen. Op de open dag speelde ik nog mee, dat is inmiddels zeven jaar geleden, voor het Kleurrijk elftal.
Co Grosze Nipper
Uiteindelijk rolde de jonge Amsterdammer in het profvoetbal: ,,Ik had nooit die droom. Van de pupillen ging ik naar de junioren en heb ik bij mijn amateurvereniging Rivalen van de C1 tot de A1 gespeeld én debuteerde ik als 15-jarige in het eerste elftal. Co Grosze Nipper maakte mij erop attent dat er een scout voor mij kwam kijken. Zo kwam ik bij FC Amsterdam terecht en uiteindelijk bij Ajax. Het was geen uitgestippelde loopbaan, zoals je tegenwoordig heel veel ziet in het profvoetbal, wat trouwens absoluut niet mijn wereldje is. Ik ben ook geen Ajax-supporter meer, zoals er weleens wordt gedacht. Ajax is geen warme club meer, vind ik. Mijn leukste tijd bij Ajax was bij de A-jeugd en de overgang naar de selectie van het eerste elftal. Als er vandaag de dag een reünie is bij een wedstrijd met vooraf een hapje en een drankje, sta ik vaak vooral met jongens uit de vroegere A1. Met de rest heb ik niet zoveel binding. Ik ben geen vedette of een icoon. Ik ben altijd mezelf gebleven. Misschien was ik wel een vreemde eend in de bijt? Bij de club was een kostuum verplicht, maar in mijn vrije tijd liep ik rustig met een scheur in mijn broek. Daar keken ze bij de club Ajax vreemd tegenaan als ik dan privé zo rondliep. Ook in de jaren dat ik voor Voetbal International werkte en bij een makelaarskantoor was ik niet anders dan gewoon mezelf. Ik heb ook vier jaar bij N.E.C. in Nijmegen gespeeld. Ik kom daar nog heel regelmatig. Dat is echt geen vergelijk met Ajax en N.E.C. is toch ook een profclub. Daar kan ik wel gewoon mezelf zijn, daar voel ik me prettig. In november bestaat Ajax 125 jaar. Ik ben uitgenodigd om de wedstrijd Ajax-legends tegen Real Madrid-Legends bij te wonen. Ze vroegen naar mijn rugnummer van toen. Ik ga er wel heen, maar eerlijk gezegd kom ik liever bij de amateurclubs. Het dollen van vroeger is gewoon niet meer. Bij de amateurverenigingen is het veel gezelliger. Mijn zoon speelde bij Diemen en ZSGOWMS. Dat was zoveel leuker en gezelliger, gewoon lekker dollen met elkaar en met de vrienden van mijn zoon.”
Verknald
,,Cruijff was idolaat van mij. Ik kan echt niemand de schuld geven dat ik uiteindelijk op mijn zesentwintigste ben gestopt met profvoetbal. Ik heb veel te weinig gespeeld. Ik was Desmond, gewoon mezelf. Ik had overal ‘schijt’ aan. Ik kwam soms niet opdagen, hing in het zwembad rond of op de camping. Ik ging lekker stappen, flink achter de meiden aan. Ik vond vriendinnen en vrienden belangrijker. Als ik in de spiegel kijk, heb ik het toch echt zelf helemaal verkloot. Ik deed maar wat. Ik ben wel trots op mijn voetbalcarrière. Ik heb met grote namen als Van Basten, Rijkaard en Van ’t Schip gespeeld, Cruijff meegemaakt. Ik ben met Europa Cup wedstrijden mee geweest. Uiteindelijk heb ik alles fout gedaan, maar toch nog 130 wedstrijden betaald voetbal gespeeld bij Ajax en NEC. Die pakken ze mij niet meer af.”
Basis
De grote Johan Cruijff besloot een bezoekje te wagen aan het huisadres van de familie Gemert: ,,Hij geloofde in mij. In de A1 van Ajax waren we veel op buitenlandse toernooien. Zo ook in Italië, waar we speelden tegen Nottingham Forest FC, Torino en Manchester United. We hadden het leuk. In diezelfde week speelde het eerste van Ajax een oefenduel tegen AS Roma. Edwin Godee en ik, samen met René Panhuis, werden bij het eerste gehaald omdat er blessures waren. Dat was in 1982, net na het WK waar Italië wereldkampioen was geworden ten koste van onder andere het best voetballende team Brazilië, dat eerder werd uitgeschakeld door de Italianen. Eén van de sterren van dat WK was linksback Bruno Conti. Ik speelde in de basis tegen hem en deed dat volgens de mensen fantastisch. Daar ben ik wel heel trots op.”
Stommiteit
In 1987 speelde Ajax voor de Europa Cup 2 in Athene. De halve finale cyclus tegen Real Zaragoza was net achter de rug. ,,Een regenwedstrijd, dat weet ik nog”, diept Gemert zijn herinneringen op. ,,Ik was er een paar wedstrijden bij geweest en we haalden de finale tegen FC Lokomotive Leipzig. Cruijff riep mij bij zich: ,,Desmond, we hebben blessures en schorsingen.’’ ,,Ik weet niet meer precies wie er niet bij waren, ik dacht Ronald Spelbos en Danny Blind, maar in elk geval twee verdedigers. ,,Houd er rekening mee dat je gaat starten in Athene”, zei Cruijff. ,,Ik was hartstikke blij en besloot op vrijdagavond wat te gaan drinken op het Rembrandtplein met mijn vrienden. Er zat een heel weekend tussen. Op maandag naar Athene en trainen, dinsdag trainen en woensdag spelen was het inmiddels bekende traject. Ik was die vrijdagavond gesignaleerd in de binnenstad, het café van Bobby Haarms zat er om de hoek. Daags erna werd ik er naar gevraagd bij Ajax en ik gaf eerlijk antwoord dat ik weg was geweest op vrijdag, ik zag het bezwaar niet zo omdat het vrijdag was en maandag pas de eerste training. Uiteindelijk heb ik de finale niet gespeeld, ik ben niet meegegaan. Ik zat niet eens meer bij de selectie. Frank Verlaat werd opgesteld en speelde de finale, mede dankzij mijn ‘stommiteit’. Jaren later heb ik Frank dit verhaal eens verteld. Hij wist dat niet eens.”
Veel geld
Na vier jaar N.E.C. was het klaar voor Gemert: ,,Ik had er geen zin meer in, het stond me steeds meer tegen. Ik ben bij de amateurs van FC Sloterplas (later Zwarte Schapen, FC Omniworld, Almere City FC) voor veel geld gaan spelen. Daarna nog FC Hilversum, Stichtse Boys (Utrecht), Neerlandia en geëindigd bij Sloterdijk in een vriendenteam. Voetbal interesseert me nu eigenlijk niet zoveel meer. Als het Nederlands elftal tegen Duitsland speelt, ga ik liever naar de film met mijn vriendin als zij dat wil.”
Goede baan
Gemert had talloze maatschappelijke banen na zijn actieve carrière, nergens te groot voor. ,,Ook toen ben ik gewoon mezelf gebleven. Ik heb de straten geveegd, in een lampenfabriek gewerkt, achter de vuilnisauto gelopen. Inmiddels werk ik acht jaar bij het GVB, dat 125 jaar in Amsterdam is gevestigd. Een heel grote werkgever. Ik heb een goede baan als tramconducteur, het verdient goed. Regelmatig raak ik in gesprek met collega’s die weten dat ik bij Ajax heb gespeeld. Ik blijf trots dat ik daar heb mogen voetballen. In mijn periode als speler heb ik geld verdiend. Niet zoveel als vandaag de dag profvoetballers verdienen, maar meer dan een gemiddelde. Ik ben altijd dezelfde Desmond gebleven. Ondanks dat ik bij Ajax speelde. Misschien heeft dat wel mijn ‘kop gekost’? Ik zeg ook wat ik vind, ik geef mijn mening. Ik klaag niet in achterkamers, ik ga gewoon de gesprekken aan. Mijn werk is niet zwaar, maar de wisseldiensten en weekenden maken het wel zwaar. En het verschilt of je op lijn 7 werkt in de ochtend of tijdens de spits en koopavonden op lijn 2. Het bioritme komt ook in de war door de wisselende roosters.”
Stukje van de taart
,,Weet je wat mij stoort en irriteert? Het is een verrot wereldje, die voetballerij. Iedereen wil een stukje van de taart. Neem nu Kian Fitz-Jim. Twee weken geleden kon hij er bij wijze van spreken niets van, op TV had iedereen zijn mening ook klaar. Nu kan die jongen ineens naar Juventus? Ik heb voor een voetbal makelaarskantoor gewerkt, ik ken het wereldje erachter. Mijn job was om in gesprek te raken met ouders van jeugdspelers. Ook toen bleef ik gewoon mezelf. Als ik met ouders praat over de toekomst van hun zoon, omdat ik hem volgde, ging ik geen mooie verkoopverhalen ophangen. Ik opende het gesprek dat wij interesse hadden om hun zoon te begeleiden. Ik vertelde er niet bij dat wij ook heel grote voetballers onder contract hadden staan. Maar, als ouders daarna met makelaars als Mino Raiola, Sjaak Swart of Rob Jansen gingen praten, gingen ze daar op gesprek. Ik begrijp die ouders wel, dat zijn grote makelaars. En er moet geld binnenkomen. Ik heb zelf twee zoons. Ik zou zelf het liefst in zee gaan met iemand die ik ken, die ik kan vertrouwen. Als mijn zoon een groot talent is, dan heb ik geen makelaar nodig en komen de clubs vanzelf. Slechts 1% van de huidige onderbouw spelers van Ajax redt de selectie. Velen komen gelukkig goed terecht, want vijftien jaar bij PEC Zwolle voetballen of FC Utrecht verdien je ook heel goed. Dan kom je misschien tekort voor Ajax, maar heb je ook een mooie carrière. En voor mij gold dat ik maatschappelijk daarna overal wel makkelijk naar binnen kwam. Zo werkte het vaak.”
Geef Down de Toekomst
Gewoon, doe maar gewoon. ,,Soms wordt ik gebeld voor kaarten door Ajax. Heini Otto belt nog weleens als Ajax tegen NEC speelt. Toen ik Dick Schoenaker tegenkwam bij de club, begroette ik hem joviaal. Dan kijk ik de mensen altijd even aan of ze mij ook herkennen. Dick wist direct wie ik was. Heel normaal gebleven. Waarom kan niet iedereen zo zijn? Ronald Spelbos is ook zo’n aardige man, echt een fijne kerel. Daarom vind ik het zo fijn bij de amateurs. Ik steunde tien jaar kinderen met het downsyndroom. Ik ben ambassadeur geweest van Geef Down de Toekomst, die er sinds dit jaar mee is gestopt. Het houdt me bezig, ze hebben dit jaar nog bij mij op de tram gezeten met tien kinderen. Of ik kom bij de 45-plus- en Horeca toernooien bij DWS of Blauw-Wit. Alle topamateur-voetballers van vroeger komen dan samen. Echt leuk! Dat heb ik liever dan dat ik over ‘De Toekomst’ loop en de mensen, ook van vroeger, op die balkons zie staan bij het hoofdveld. Moeten jullie nog hoger staan, denk ik dan? Een hand kan er nog nét vanaf. Ze kwamen wel altijd even gedag zeggen als ik met een mooie vrouw liep.”
Geloof
Over ongeveer zeven jaar nadert Gemert zijn pensioenleeftijd. En dan? ,,Het liefst vertrek ik uit Nederland. Dat wij mensen in armoede laten leven, daar kan ik niet bij. Kinderen die met 18-19 willen studeren en op zichzelf willen wonen lukt niet. Mensen die hulp nodig hebben, moeten we hulp geven. Maar ik zie bij het GVB genoeg gasten uit andere landen in de tram stappen die er een enorme rotzooi van maken. Ik ben heel straight daarin, wat ik er van vind. Ik voel ook mee met de collega’s in Ter Apel. De gewone mensen durven daar niet eens meer met de bus, zover zijn we afgegleden. Onder het kabinet Rutte zijn veel verkeerde dingen gebeurd. Ik kijk en lees veel het nieuws. Oorlogen zijn heel naar, maar hier is ook genoeg aan de hand. Ik heb een lieve familie, drie gezonde kinderen, leuke collega’s, leuk werk, prima inkomsten. Mijn droom? Ik wil wel weg, ja. Steeds meer mensen om mij heen komen ook te overlijden. Dat is wel eng. Ook mensen die Geloven. Ik was in 1989 uitgenodigd voor een wedstrijd met het Kleurrijk elftal. Ik was blij met de uitnodiging. Die moest ik uiteindelijk afzeggen, omdat ik met NEC de nacompetitie speelde. We speelden op dinsdag 7 juni thuis tegen Heerenveen. Trainer Leen Looijen kwam op mij af en vertelde me dat het vliegtuig was neergestort. Mijn gelovige vrienden zeggen tegen mij dat het toen mijn dag nog niet was. Hij heeft over mij gewaakt. Ik ga een paar keer per jaar op vakantie, maar ik ben nog nooit in Suriname geweest. Ik kende al die jongens persoonlijk die zijn verongelukt, ik heb met ze gespeeld of tegen ze. Het was een grote groep met Amsterdamse jongens. Ik zal het nooit vergeten. Ik bezoek nog altijd de graven van de jongens die in Amsterdam liggen.”
Tekst: Harold van Ineveld
Foto’s: privé collectie Desmond Gemert