Amsterdam zit vol met talent. Zelfs vanuit de amateurwereld wordt het profvoetbal gehaald: van Daryl van Mieghem tot Dennis Kaars en van Gyrano Kerk tot Leandro Resida. Elke week lichten wij een talent uit, eentje waarvan we in de komende jaren nog veel kunnen horen. In deel 27: Ayoub Lamarti (20), die ondanks het kwijtraken van de koppositie blijft hopen op een kampioenschap met zondag vierdeklasser Nieuw West United.
In januari zei jij: ‘wij worden zeker kampioen’. Hoeveel vertrouwen heb je daar nu nog in?
“Ik heb er nog vertrouwen in, alleen hebben we het niet in eigen hand. Wel ben ik ervan overtuigd dat Swift (koploper met één punt voorsprong, red.) punten zal laten liggen bij Fortius. Dan moeten wij zelf ook alles winnen, maar dat gaat goed komen. Dat weet ik zeker.”
Wat is dit seizoen het geheim van Nieuw West United?
“Hard werken. Elke training aanwezig zijn, op tijd komen; daar begint het allemaal mee. Met de trainer (Abderrahman Ahannach, red.) komt de kwaliteit dan vanzelf naar boven drijven. Ik had alleen verwacht dat we bovenaan zouden blijven staan. Elke zondag zijn wij steeds de betere. Ook tegen Swift, maar als je het zelf niet afmaakt..”
Jij bent bezig aan je eerste seizoen bij de club. Blijf je ook bij Nieuw West, ongeacht op welk niveau jullie straks spelen?
“Ik blijf, tenzij er iets moois voorbij komt. Er speelt momenteel niks. Het is geen moeilijke keuze. Ik heb het naar mijn zin. Er is een gezellige sfeer, ik kan het goed vinden met de trainer, het is bij mij in de buurt. Dat soort dingen spelen allemaal mee.”
Vorig jaar liep je zelfs even stage bij RKC Waalwijk. Is die deur nu dicht of blijf je hopen op een nieuwe kans?
“Ik blijf zeker hopen. Je weet nooit hoe het gaat. Vorig jaar keepte ik in de eerste klasse van Onder-19, dat is ook heel laag. Je hebt soms geluk nodig. Toen ging het via de trainer en dat kan dit jaar misschien ook gebeuren. Dat weet je niet. Het is bij RKC niet gelukt vanwege miscommunicatie, omdat het niet duidelijk was wanneer ik terug moest komen. Toen was het eigenlijk al te laat.”