Hoe is het met… Dennis Gerritsen

Uit het oog maar niet uit het hart. In de rubriek ‘Hoe is het met…’ gaan we op zoek naar bekenden uit de Amsterdamsche voetbalwereld die uit het gezichtsveld zijn verdwenen. In deel 17: Dennis Gerritsen (47), die via de amateurs van Ajax de profwereld inrolde.

Eigenlijk had Dennis Gerritsen nooit de ambitie om het profvoetbal te halen. Als jong brookie ging hij van AS’80 naar de amateurs van Ajax. Vanaf dat moment begon het te lopen. Hij werd twee keer topscorer en de ene na de andere aanbieding kwam voorbij. Het werd uiteindelijk NAC Breda, dat ruim tweehonderd duizend gulden voor hem over had. “Ik had op dat moment geen zaakwaarnemer en wist eigenlijk niet zo goed wat ik allemaal moest doen. Ronald Spelbos (de trainer van NAC, red.) was helemaal gek van mij. Dat bedrag ben ik toen heel boos om geworden. Ik was twee jaar amateur, vanwaar konden ze voor mij een transfersom vragen? Ze hadden nog nooit één cent in mij gestoken. Alleen omdat ze mij een B-contract hadden aangeboden wat ik niet getekend heb.”

Hij maakt zich er overigens niet meer druk om. NAC Breda bood hem de kans en de voormalig spits kijkt met een goed gevoel terug op zijn periode van negen jaar in het profvoetbal. Na twee jaar in Breda speelde hij ook voor Helmond Sport, De Graafschap (allebei twee seizoenen) en drie jaar bij Fortuna Sittard. In 245 wedstrijden in het betaald voetbal scoorde Gerritsen 56 keer. “Ik heb dingen bereikt die ik eigenlijk nooit had durven dromen”, zegt hij. “Ik heb echt een fijne periode gehad. Dat samenzijn en elke dag beter worden, is iets leuks. Maar als de resultaten iets minder zijn, begint het publiek te mauwen. Krijg je het één en ander naar je hoofd geslingerd. Ook privé.”

Zijn leukste periode was bij De Graafschap, waar hij tussen 1997 en ’99 in de Eredivisie speelde. “We woonden daar geweldig, echt een fantastische tijd gehad. Ik heb nog steeds contact met mijn oude buren. We konden het hartstikke goed met elkaar vinden. Na De Graafschap ging ik naar Fortuna Sittard. Dat heen en weer-rijden was niet te doen. Hebben we besloten te verhuizen. Maar het liefst was ik daar blijven wonen.” Gerritsen keerde in 2002 ook terug in die regio toen hij voor de amateurs van Babberich ging spelen. Een bewuste keuze. “Het was ook de bedoeling dat we een huurhuisje zouden betrekken en daar vandaan verder kijken. Het is toen anders gelopen. Na een paar maanden hebben we besloten terug te gaan naar Almere.”

Daar ging hij verder in het amateurvoetbal. Met FC Hilversum speelde Gerritsen in de Hoofdklasse, toen het hoogste amateurniveau van Nederland. Na een jaartje SV Almere (tegenwoordig FC Almere) belandde hij in 2007 bij Beursbengels, waar de spits tot 2016 bleef. “Ik ben nooit een clubhopper geweest. Als ik het bij de amateurs ergens fijn vond, bleef ik daar gewoon zitten.” Van de eerste klasse kelderde hij met de Amsterdammers naar de derde klasse. Ook voor hem ging het als een nachtkaars uit. “Mijn laatste jaar tel ik eigenlijk niet meer mee. Daarin heb ik weinig gevoetbald. De nieuwe trainer Dave Samson wilde mij eerst gebruiken, maar deed het toch niet. Het tweede elftal was niet rendabel genoeg en werd uit de competitie gehaald. Voor een hele hoop jongens, waaronder ik, was er niets meer te doen op zaterdag.”

Omdat Gerritsen enkele jaren daarvoor een belofte had gedaan aan een paar bekenden, ging hij bij Ajax verder in de Zaterdag 3. Vanwege onregelmatige werkdiensten – Gerritsen is bezig aan zijn laatste maand bij de Shell – kon hij er niet altijd zijn en moest op de bank zitten. “Daar kon ik niet zo goed tegen. Ik wil gewoon voetballen.” Uiteindelijk verkaste hij naar de Veteranen. “Ik vind het leuk om te voetballen, maar het is niet zo dat ik er alles voor laat. Als ik een weekend niet kan, dan kan ik een weekend niet. Vind ik ook prima.”

Gerritsen ziet voor zichzelf in de toekomst een rol weggelegd als assistent-trainer. Een paar jaar geleden kreeg hij zo’n aanbieding, maar moest die aan zich voorbij laten gaan vanwege zijn werktijden. Een nieuwe baan (vanaf januari als koerier) geeft hem wel de mogelijkheid. “Het lijkt mij hartstikke leuk om er tussenin te lopen en die jongens iets te leren. Voor een hoofdtrainer ben ik iets te zwartwit. Mensen zeggen heel vaak en heel makkelijk af. Dat is iets waar ik heel slecht tegenkan. Als ik geblesseerd ben, kom ik altijd kijken. Ik vind dat het zo hoort. Heb ik last van mijn grote teen, ga ik toch trainen en zie ik dan wel hoe het gaat.”

Mocht er een aanbieding langskomen, zal de geboren Amsterdammer hoe dan ook blijven voetballen. “Ik heb de afspraak met mijn vrouw: als ik stop met voetballen, moet ik met haar gaan dansen. Ze hebben tegenwoordig ook walking football, dus dat gaat helemaal goed komen. Ik blijf voetballen totdat ik er bij neerval.”

Foto boven: Jacques Kattenberg

Blijf op de hoogte en volg ons via Facebook, Instagram en Twitter!
▼Bezoek ook de clubpagina(s)