Hoe is het met… Jerrel Wijnhard

Uit het oog maar niet uit het hart. In de rubriek ‘Hoe is het met…’ gaan we op zoek naar bekenden uit de Amsterdamsche voetbalwereld die uit het gezichtsveld zijn verdwenen. In deel 29: Jerrel Wijnhard. Als onzichtbare kracht speelde hij een belangrijke rol in de opmars van ZPC en Türkiyemspor.

Het had weinig gescheeld of de voetballiefhebbers hadden Wijnhard niet op de Amsterdamse velden zien schitteren. Het talentje van Blauw-Wit maakte in vertegenwoordigende jeugdelftallen van de KNVB onderdeel uit van een lichting met onder meer Bryan Roy, Richard Witschge en toenmalig teamgenoot Michael Mols. Hij debuteerde uiteindelijk in het eerste elftal van Blauw-Wit, destijds in de Hoofdklasse, en verscheen zelfs op de radar van Feyenoord. “Cor van der Hart kwam als scout van Feyenoord bij mijn vader thuis. Mijn vader werd helemaal gek toen ik zei: ik blijf lekker bij Blauw-Wit voetballen. Daar kon ik ook aardig wat centjes krijgen.”

In zijn eerste jaren in het seniorenvoetbal werd Wijnhard naar eigen zeggen gevormd als voetballer en als mens; wijze lessen hoe je in het veld je mannetje moet staan tegen echte kerels. Via Neerlandia en opnieuw Blauw-Wit kwam hij bij ZPC terecht. “Daar hadden we een mix van goede voetballers en slagers achterin”, grinnikt hij. Wijnhard was zelf ook zo’n speler. Anderen typeren hem als een schopper, hijzelf noemt zich een ‘onzichtbare kracht‘. “Tactisch was ik best sterk, maar ook heel meedogenloos. Ik mocht altijd de gevaarlijkste man van de tegenstander uitschakelen. Echt ouderwets poetsen. Daar hebben heel veel jongens profijt van gehad.”

Zo ook bij Türkiyemspor, dat in de derde klasse speelde toen Wijnhard daar binnenkwam. Hij mocht voor de balans zorgen binnen een ploeg die daarvoor vaak emotioneel van slag raakte bij bijvoorbeeld beslissingen van de scheidsrechter. In de eerste jaren werd de basis gelegd voor de latere successen. Niet alleen qua supportersschare – bij uitwedstrijden werden ze gesteund door zo’n driehonderd supporters met toeters, bellen en vlaggen (“dan voetbal je wel lekker”) – ook met een vaste kern talentvolle voetballers. Onder hen Imdat Ilguy (nu trainer AGB), Yucel Gundogdu en de gebroeders Akgün. “Wij (de routiniers, overgekomen van ZPC, red.) konden onze mouwen opstropen en poetsen als het even niet lukte, en dan excelleerden de jonge spelers.”

Omdat eenmaal in de eerste klasse de verhoudingen, zowel financieel als hiërarchisch, scheef begonnen te staan vanwege de komst van nieuwe spelers, besloot Wijnhard de club na de promotie naar de Hoofdklasse te verlaten. Dit tot grote verbazing van voorzitter Nedim Imac, die ondertussen een goede vriend was geworden. Tijdens een etentje met de vrouwen erbij overviel hij hem er eigenlijk mee. ‘”We zijn kampioen geworden, ben je gek? We gaan in de Hoofdklasse voetballen’, zei Nedim. Alsof hij water zag branden, toen hij hoorde dat ik naar AFC ging. Heel veel mensen waren er niet blij mee. En dan, de eerste competitiewedstrijd van het nieuwe seizoen: AFC – Türkiyemspor. Tevens één van m’n beste wedstrijden ooit. Ze stonden me allemaal uit te joelen en we verloren met 0-1.”

Wijnhard had “best een leuk seizoen” in Amsterdam-Zuid, maar vertrok toch na één jaar omdat de nieuwe trainer Stanley Menzo hem te oud vond. Als 33-jarige keerde hij terug bij Türkiyemspor om daarmee in 2004 kampioen van de Hoofdklasse te worden. “Daarna gaf Stanley eerlijk toe dat hij het verkeerd had gezien”, vertelt Wijnhard, die later ook nog voor Voorland, ZSGOWMS en Real Sranang speelde. Hoewel hij nog lang niet klaar was – “ik had nu nóg door kunnen voetballen” – besloot hij zijn kicksen op te bergen om zijn zieke vader (ALS) te verzorgen. “Hij was helemaal idolaat van het voetbal. Toen ik samen met hem Barcelona zat te kijken en de hele wedstrijd aan het analyseren was, zei hij: jij had allang trainer moeten worden. Daardoor begon het te kriebelen. Nadat hij vijf jaar geleden kwam te overlijden, heb ik het weer opgepakt.”

Tijdens zijn loopbaan als voetballer begeleidde hij jonge talenten al op mentaal gebied. Eenmaal terug in het voetbalwereldje was Wijnhard werkzaam voor Fortius, ZSGOWMS en momenteel De Foresters. In Heiloo is hij assistent-trainer, trainer van het tweede elftal en actief bij enkele jeugdteams. Dat wordt vanaf volgend seizoen alleen assistent-trainer. “Ik zit er wel aan te denken om verder te gaan met de trainersdiploma’s. Ik heb nu alleen TC3.”

De tijden zijn wel veranderd en de 48-jarige Amsterdammer kijkt met een voldaan gevoel terug op zijn loopbaan. Als broodvoetballer – eerlijk toegegeven – diende hij clubs die nu niet meer bestaan. “Bij Blauw-Wit had je Arie van der Raad, bij Neerlandia Bob Goeman of bij ZPC een Cupido van den Berg. En natuurlijk Nedim. Die hebben uit hun eigen zak een club naar een bepaald niveau getild. Ze hebben niet alleen mij, maar ook alle supporters, veel vreugde gebracht. Ze hebben zoveel voor de clubs betekend. Natuurlijk: de tijden veranderen, het is zonde dat die clubs er niet meer zijn. Maar zij hebben wel het niveau van het Amsterdamse voetbal laten stijgen.”

Blijf op de hoogte en volg ons via Facebook, Instagram en Twitter!
▼Bezoek ook de clubpagina(s)