Hoe is het met… Klaas Wijers

Uit het oog maar niet uit het hart. In de rubriek ‘Hoe is het met…’ gaan we op zoek naar bekenden uit de Amsterdamsche voetbalwereld die uit het gezichtsveld zijn verdwenen. In deel 34: Klaas Wijers (58), voormalig buitenspeler van onder meer FC Amsterdam en inmiddels actief als footgolfer.

Bijna pakte Wijers in december een medaille tijdens het WK Footgolf in Marrakech. Hij eindigde als vierde, zijn maatje Marcel Peeper werd tweede. Footgolfen is de enige balsport die de balkustenaar van weleer nog kan uitoefenen nadat hij op zijn 32ste noodgedwongen moest stoppen vanwege knieproblemen. “Ik heb geen kruisbanden meer. Ik kan wel trappen, maar geen bewegingen maken. Bij de amateurs ging het nog omdat ik veel krachttraining deed, alleen werd het steeds moeilijker.”

Op zijn tiende begon Wijers in de jeugd van DWS. Daar speelde hij zelfs even samen met latere internationals Frank Rijkaard en Ruud Gullit. Als zeventienjarige koos de aanvaller ervoor om bij DRC in het eerste elftal te spelen. Dat ging klaarblijkelijk zo goed dat Tonnie Bruins Slot hem benaderde voor FC Amsterdam. Wijers kreeg een driejarig contract en liet gelijk van zich spreken, door tijdens het Blauw-Wit Pinkstertoernooi uitgeroepen te worden tot Speler van het Toernooi. “Ik was net nieuw bij de Onder-19, maar mocht meteen naar het eerste elftal. In het eerste halfjaar was ik heel goed en heb ik ook alles gespeeld. Daarna raakte ik geblesseerd aan mijn lies.”

Toch liep zijn eerste profavontuur minder goed af. FC Amsterdam ging failliet. Geldschieter Dé Stoop wilde Wijers aan zijn contract houden en leende hem achtereenvolgens uit aan SC Amersfoort (bestaat ook niet meer), DS’79 (inmiddels FC Dordrecht) en Telstar. Bij laatstgenoemde club kwam zijn loopbaan op hoog niveau ten einde. Twee jaar later, toen hij zijn achterste kruisband afscheurde als speler van Neerlandia, bleek dat hij als prof al zonder voorste kruisband had rondgelopen. “Het is mij een raadsel hoe dat kon”, zegt Wijers. “In mijn tijd kon je daar niet aan geholpen worden. Door alle krachttraining kon ik blijven voetballen, maar ik ging anders lopen en mijn stabiliteit was weg. Bij een luchtduel was ik altijd bang dat ik er niet doorheen zou gaan.”

Ondanks alle knieproblemen kijkt hij met een fijn gevoel terug op zijn loopbaan. “Ik vond het geweldig”, zegt de voormalig rechtsbuiten, die zichzelf kenmerkt als ‘een handige voetballer met een goede passeerbeweging’. In zijn tijd als speler van DS’79 liet hij zich ook even in de zaal zien. Dat ging allemaal stiekem, in België, samen met onder meer Gerrie Mühren, Cor Lems, Edwin Gorter en Niels Overweg. “Dat kon toen nog, want niemand las een Belgische krant. Tegenwoordig is dat onmogelijk.”

Vandaag de dag is Wijers, die meerdere kledingwinkels (damesmode) heeft, regelmatig langs de Amsterdamse velden te zien als toeschouwer, gaat hij met Peeper mee als die cijfers moet geven voor De Telegraaf en is nauw betrokken bij zijn negenjarige kleinzoon (spelend voor FC Abcoude). Die blijkt het talent van zijn opa te hebben. “Hij heeft iets minder techniek dan ik, maar veel meer doorzettingsvermogen. Wel heeft hij dezelfde passie die ik had. Ik had er alles voor over en heb er ook alles voor gedaan”, vertelt Wijers. “Het is leuk dat ik het van dichtbij kan meemaken.”

Blijf op de hoogte en volg ons via Facebook, Instagram en Twitter!
▼Bezoek ook de clubpagina(s)