Hoe is het met… Nick Ruijmgaart

Uit het oog maar niet uit het hart. In de rubriek ‘Hoe is het met…’ gaan we op zoek naar bekenden uit de Amsterdamsche voetbalwereld die uit het gezichtsveld zijn verdwenen. In deel 6 Nick Ruijmgaart (39), die een hele rij clubs achter zijn naam heeft staan en momenteel keeperstrainer bij ZSGOWMS is.

Twee jaar geleden beëindigde Ruijmgaart zijn loopbaan als keeper. Het kampioenschap met AGB in de zondag derde klasse C was de kers op de taart. Toch is hij niet helemaal verdwenen van de velden. Soms keept hij nog voor de Haarlem Legends of staat hij laatste man bij De Vecht 2, een vriendenteam. “Ik mis het heel erg, maar ik heb nu best zware rugklachten. Daar ben ik een paar weken zoet mee. Het vele rennen gaat niet meer, dus ik moet gewoon terugkeren onder de lat. Helaas heb ik een wedstrijd van de Haarlem Legends tegen het Nederlands Politie-elftal moeten afzeggen vanwege die blessure.”

Voor een terugblik op zijn carrière haalt Ruijmgaart een uitspraak van tv-persoonlijkheid René van der Gijp aan: “Ook ik kon niet elke trainer waarderen.” Als talent van RBC Roosendaal, waarmee hij als reservekeeper naar de Eredivisie promoveerde, kwam hij in 2002 bij Haarlem terecht. Onder Heini Otto ging het goed, maar zijn opvolger Leo van Veen – Otto onderging een hartoperatie – had weinig vertrouwen in hem. “Het was gelijk over met de pret. In mijn leven heb ik één blunder gemaakt: dat was mijn allereerste wedstrijd voor de Amstel Cup. De week daarop werd ik direct gewisseld. Leo vond het verstandig dat ik als jonge keeper even rust nam. Terwijl je juist de kans moet krijgen te laten zien dat je het wel kan. Tegenwoordig gebeurt dat wel. Fouten maken is menselijk, je moet echt in het keepersvak groeien. Ik heb zeventien wedstrijden op de bank gezeten voordat ik weer aan de bak mocht. Dat heeft mijn profloopbaan beïnvloed.”

Foto: Rob Beense

De doelman ging in Hoofddorp wonen en keepen bij de plaatselijke SV. Er waren wel aanbiedingen uit de eerste divisie, maar dat was allemaal op semiprof-basis en op die manier financieel niet haalbaar. “Veendam wilde mij bijvoorbeeld graag hebben. Op maandag zochten ze een keeper voor de wedstrijd op vrijdag. De eerste keeper had zijn ellepijp gebroken, de ander ging met de vrouw van een ploeggenoot. Ik was er naartoe gegaan, woensdag kreeg ik te horen dat ik voor hun de eerste keus was. Ik heb ‘nee’ gezegd, vervolgens haalden ze een keeper uit de buurt.”

Met Hoofddorp beleefde Ruijmgaart meteen een succesvol seizoen: kampioen in de zondag tweede klasse en door het Haarlems Dagblad uitgeroepen tot beste keeper. Na één jaar ging hij naar Omniworld, maar dat werd geen succes. “Er waren wat problemen met het contract. Die heb ik een dag voor de start van de competitie ingeleverd om terug naar Hoofddorp te gaan.” In de zomer van 2004 ging hij voor het eerst in Amsterdam keepen: bij DCG, destijds in de eerste klasse. Ook dat verliep minder goed. “We hadden John Eelman als trainer, één van de leukste trainers die ik ooit heb gehad. Hij overleed plotseling aan een hartstilstand. Met zijn opvolger werd het opeens een rotseizoen. Hij was niet capabel genoeg. Na het seizoen zijn we met een groepje van tien spelers vertrokken.”

De sluitpost verkeerde op dat moment in uitstekende vorm en koos voor Zuidvogels. Een topkeuze, zegt hij zo’n tien jaar later, maar wel eentje met een zwart randje. “In de nacompetitie liep ik een dubbele beenbreuk op. De trainer (Joeri Volkers, red.) ging weg, ik was gebleven. Ik kon toch niks, moest revalideren. De nieuwe trainer heeft mij een heel jaar niet gezien en wist niet wat hij met mij aan moest. Toen kwam Bart Logchies, trainer van JOS/Watergraafsmeer. Daar heb ik twee jaar gekeept en zijn we gepromoveerd naar de Hoofdklasse.”

Na één seizoen ZSGOWMS, waarmee hij in 2011 kampioen van de derde klasse werd, ging hij naar Purmersteijn. Ook dat bleef beperkt tot een jaar, na de degradatie uit de Hoofdklasse. Vervolgens vertrok Ruijmgaart naar derdeklasser Arsenal. “Op dat moment dacht ik: hier ga ik oud worden. Ik had het enorm naar mijn zin onder Iwan Zandwijken. Na 2,5 jaar – Imro Wielkens was inmiddels trainer geworden – gebeurde er iets wat ik nog nooit heb meegemaakt. Noem het ‘andere noemen en waarden’. Ik ben een voetballer, ik wilde daar geen onderdeel van uitmaken. In de winterstop heb ik mijn spullen ingeleverd. Maanden later werd ik gebeld door Senel Cebar, of ik niet eens bij een Turkse club wilde keepen. Ik had zoveel meegemaakt, dat kon er ook nog bij. In het eerste seizoen zijn we gelijk kampioen geworden. Daarna was het klaar.”

Nu is hij keeperstrainer bij derdeklasser ZSGOWMS, zijn oude club. “Op de kampioensdag van AGB kwam ik weer in contact met mijn oude voorzitter, Henk Fritz. Hij vroeg of ik keeperstrainer wilde worden. Het bevalt goed, dit wordt alweer mijn derde seizoen. Ik moet zeggen: we hebben twee hele goede keepers bij ZSGOWMS (Tamba dos Santos en Danillio Govedarica). Daar mogen wij heel blij mee zijn.”

Foto boven: Mario Wormhoudt

Blijf op de hoogte en volg ons via Facebook, Instagram en Twitter!
▼Bezoek ook de clubpagina(s)