Hoe is het met… Regillio Simons

Uit het oog maar niet uit het hart. In de rubriek ‘Hoe is het met…’ gaan we op zoek naar bekenden uit de Amsterdamsche voetbalwereld die uit het gezichtsveld zijn verdwenen. In deel 7 Regillio Simons (45), voormalig speler van Turkiyemspor, trainer van Voorland en momenteel begeleidt hij zijn zoon Xavi Simons op weg naar de top.

Inmiddels wordt Simons vaker gezien als ‘de vader van..’ dan de ‘oud-prof’. Xavi (15) is een pareltje uit de jeugd van FC Barcelona, zelfs een potentiële wereldster. Zijn andere zoon, de 22-jarige Faustino (vernoemd naar de Colombiaanse voetballer Faustino Asprilla, red.), werkt als trainer in de jeugdopleiding van FC Barcelona in New York. Daarmee gaat hij zijn vader, oud-jeugdtrainer van Ajax, achterna. “Ik denk dat ik hem geïnfecteerd heb, hij heeft altijd wel gekeken naar wat ik doe.”

Zelf werd de Amsterdammer ruim tien jaar geleden door Simon Kistemaker geïnfecteerd met het trainersgen. Nadat hij zijn profloopbaan in 2005 beëindigde bij TOP Oss, belandde de aanvaller bij Turkiyemspor. Kistemaker was de trainer die hem in 1993 liet debuteren in het shirt van Telstar en zijn komst naar Turkiyemspor deed Simons ook overtuigen voor de Amsterdammers te kiezen. “In mijn eerste seizoen, waarin we kampioen werden, was ik een soort speler/assistent-trainer. Ik adviseerde hem al wat er moest gebeuren in de wedstrijd. In het tweede jaar (2006/07) ben ik echt actief begonnen met de cursus en het oppakken van het tweede elftal. De omgang met spelers, het reilen en zeilen rond het eerste elftal; dat werd voor mij interessant.”

De oud-prof van onder meer Fortuna Sittard, NAC, Willem II en ADO Den Haag had een sleutelrol op sportpark Spieringhorn. Hij hielp wijlen Nedim Imac met het opstellen van een plan om met Turkiyemspor het betaald voetbal in te gaan. “We stonden op het punt om dat voor elkaar te krijgen. Het enige wat ontbrak, was een landskampioenschap. Budgetair had hij alles rond, hij was al bezig met de plannen voor het bouwen van een stadion. Alles was in principe al in kannen en kruiken. Totdat het vervelende gebeurde. Simons refereert hij aan de liquidatie van Imac in februari 2007. Het betekende het einde van Turkiyemspor. “Op dat moment had ik het voetballen wel even gehad.”

Omdat hij bezig was met het behalen van zijn trainersloopbaan, werd hij assistent van Bart Logchies bij JOS/Watergraafsmeer. Af en toe maakte Simons nog zijn opwachting op het veld. “Alleen als het echt nodig was. Iedere speler die trainer wordt heeft dat wel nodig: de overgang om het voetbal als speler te verlaten. Je kan niet als speler denken. Het is heel raar. Een trainer denkt heel anders. Wanneer je als speler blijft denken, ben je geen trainer.”

Via Huizen (assistent-trainer) en Hillegom (eerste klus als hoofdtrainer) keerde Simons in 2012 bij derdeklasser Voorland terug in de Amsterdamse voetbalwereld. Dat terwijl hij het in eerste instantie niet wilde doen. “Het was een soort wanorde. De club is nu opgedoekt, dat was toen al gaande. Je zag dat het verval was ingezet. Dat was ook de reden dat ik het eigenlijk niet wilde doen. Maar met thuiszitten doe ik ook niks. Gedurende het seizoen werd het erger. Ik heb volgens mij het seizoen niet eens afgemaakt. Er gebeurden dingen waar ik niet achter stond, daar wilde ik niet mee geassocieerd worden.”

Vervolgens ging Simons naar het Utrechtse Faja Lobi KDS, waarmee hij kampioen in de vijfde klasse werd. In zijn derde, en laatste seizoen bij de club, veranderde hij van trainer in technisch directeur om de jeugdopleiding op te zetten. “Eigenlijk is daar het managementgevoel ontstaan. Niet alleen bezig zijn met het trainerschap.” Simons werd vervolgens ook jeugdtrainer bij Ajax, omdat hij de jeugd interessanter vond. Dat deed hij tot de zomer van 2016, sindsdien houdt hij zich voornamelijk bezig met de begeleiding van Xavi.

Simons pendelt geregeld tussen Nederland en Spanje. Soms spreekt hij nog mensen uit zijn voetbalverleden. Tijdens zijn periode bij Ajax viel het hem op hoeveel mensen uit Amsterdam hij kent. “Dan kom je kinderen tegen wiens ouders vrienden van je zijn. En dat zijn er echt heel veel geweest. In het jaar dat we mentorgroepen kregen aangewezen, moest ik, om het niet persoonlijk te maken, sommige jongens weigeren. Zijn vader ken ik, of diens moeder. Ik wil dat niet. Het is echt een klein wereldje. In zoiets merk je hoe klein Amsterdam eigenlijk is.”

Blijf op de hoogte en volg ons via Facebook, Instagram en Twitter!
▼Bezoek ook de clubpagina(s)