Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
CTO’70 gaat als nummer voorlaatst van de zaterdag derde klasse C de winterstop in. Trainer Latif Wooter had met de promovendus meer verwacht van de eerste maanden. “We zien nu dat er een groot verschil is tussen de vierde en derde klasse.”
Volgens Wooter ligt het niet puur aan een kwaliteitsverschil. “Als je gaat kijken naar de afgelopen wedstrijden, zijn we eigenlijk altijd beter. Dat klinkt heel gek: we krijgen altijd de complimenten van tegenstanders, alleen niet de punten.” CTO’70 versloeg bijvoorbeeld Laren’99, dat toen bovenaan stond, met 6-1 en van de huidige koploper Maarssen werd in de laatste minuut nipt verloren met een veldspeler op doel. “Zo gaat het constant. Pech achtervolgt ons; blessures, omstandigheden, beslissingen die net de verkeerde kant op vallen.”
De eerste maanden als promovendus in de derde klasse bevallen Wooter zwaar. Kijkend naar de ranglijst had hij gehoopt hoger te staan. “We zien nu dat er een groot verschil is tussen de vierde en derde klasse, waarbij het met name gaat om het afmaken van de kansen die je krijgt. Je krijgt minder kansen en de kansen die je weggeeft, worden eerder verzilverd dan in de vierde klasse.” De oefenmeester had er voorafgaand aan het seizoen meer van verwacht. “Als ik kijk naar wat we in huis hebben, had ik verwacht dat we minimaal middenmoot zouden staan of bovenin. Dat was voordat ik überhaupt wist hoe de derde klasse in elkaar zat, op basis van het vertrouwen dat ik had in die jongens.”
Ondanks de teleurstellende resultaten blijft Wooter strijdbaar in de strijd tegen degradatie. “We willen er sowieso in blijven. We hebben nog veertien wedstrijden te gaan en die willen we eigenlijk alle veertien winnen.” De oefenmeester heeft eerder al aangegeven als vrij onbekende in de voetballerij iets te willen neerzetten waar dertig jaar later nog over wordt gepraat. “Vooralsnog zie ik dat bij CTO, maar ik weet niet wat de toekomst mij brengt. Je leert tussendoor nieuwe dingen, nieuwe ervaringen en ik vraag me soms af hoe dat bij een andere club is. Als er een mooie club langskomt, weet ik niet hoe ik ga reageren. Ik weet ook niet of ze langskomen voor iemand die eigenlijk nog vrij onbekend is.”
Verslag: Pablo Koch
Foto’s: Hans van Beek
