De beginperiode van Ron van der Velde bij sv Marken is er een van ups en downs. De vereniging behaalde in de tweede competitieronde zijn eerste drie punten sinds december, maar sloot tegelijkertijd zijn drie andere duels zonder punt af. Desondanks heeft de oefenmeester het ontzettend naar zijn zin. “De vrijwilligers helpen bijvoorbeeld graag, waardoor ik mezelf volledig op mijn trainerschap kan concentreren. Bovendien is het natuurlijk een prachtige dorpsclub, waarbij normaal gesproken zo’n 200 tot 300 man langs de kant staan”, vertelt de trainer.
Van der Velde ging begin augustus bij de club aan de slag en kreeg de beschikking over vier aanwinsten: Amine Aboutaleb, Mohamed el Boughlali, Nicky Roele en Yort Willems. Aangezien het gros van de groep een aantal maanden geen trainingen meer in de benen hadden, vielen de resultaten in de voorbereiding behoorlijk tegen. In de beker leed Marken dan ook tegen AFC ’34 (5-0), WV-HEDW (1-4) en Spartanen (0-2) drie ruime nederlagen. Vlak voor het begin van de competitie kreeg Marken vervolgens te maken met opnieuw een teleurstelling. “We hadden de pech dat onze doelman Yort (Willems, red.) bij een positiespel zijn enkel brak, waardoor we een talentvolle doelman van 18 jaar op doel moesten zetten. Hij maakte tegen FC Aalsmeer direct een fout, wat uiteindelijk de nederlaag inluidde. Dat kunnen we die jongen zeker niet kwalijk nemen, maar als coach moet je daar simpelweg mee dealen.”
Na afloop van de 3-2 nederlaag tegen FC Aalsmeer zaten de spelers zeer teleurgesteld in de kleedkamer. Door de lange droogte van een overwinning zaten de spelers in zak en as, maar Van der Velde beurde ze snel op. “Ik ben een rasechte Amsterdammer die altijd goed voetbal wil spelen. Als dat leidt tot een overwinning, dan is dat natuurlijk prachtig. Maar soms komt het ook voor dat de tegenstander gewoon beter is. Dan recht je je rug en kijk je uit naar de volgende wedstrijd. Dat heb ik de jongens dan ook meegegeven.” Dat de snak naar een winstpartij groot was, merkte de trainer in de tweede wedstrijd. Tegen Waterwijk boekte zijn ploeg een overwinning met uitstekend voetbal. “De vreugde die toen in de kleedkamer losbarstte, heb ik werkelijk nog nooit meegemaakt. Iedereen was zo euforisch dat we een keer wonnen. Dan zie je dat het tóch in de hoofden van de spelers ging zitten.” Minder waren echter de drie blessuregevallen en een schorsing waarmee Van der Velde na het duel te maken kreeg. “Het zorgde ervoor dat het alleen maar moeilijker voor ons werd.” Het team kon de overwinning tegen Waterwijk mede daardoor helaas niet voortzetten. Marken verloor begin oktober met 1-2 tegen ASV Arsenal, terwijl een week later Jong Holland met 3-2 te sterk was. “Vooral de laatste nederlaag was meer dan terecht. We bereikten gewoonweg niet het niveau om kans te maken op de drie punten.”
Voorlopig was dat voor Marken de laatste wedstrijd. De trainer wacht geduldig af wanneer de overheid en KNVB weer toestemming geven om te voetballen. Ondertussen kan hij weinig met zijn team doen. “Helaas is het voor ons niet mogelijk om in kleine groepjes te trainen, waardoor alle jongens voorlopig thuiszitten. Ik vrees dat dit juist óns gaat opbreken, aangezien wij het vooral moeten hebben van hard werken en continu bij elkaar zijn. Helaas kan dat nu niet.” Van der Velde gaat ervanuit dat hij met de huidige selectie dit seizoen gaat strijden voor lijfsbehoud. “Wij zijn tevreden als we minstens vierde van onderen worden en zo in de tweede klasse blijven. We voetballen leuk, maar hebben ook te maken met jonge spelers. Zo hebben we een spits van 18 jaar die nog veel kan bijleren. Dat maakt het proces ook wel weer uitdagend.” Volgens Van der Velde is het bovenal belangrijk dat zijn spelers conditioneel sterk zijn. “We hebben niet de beste ploeg, dus dan moet je het daarvan hebben. Daarnaast zijn we zeer blij met de versterkingen. Nicky, Mohamed en Amine zorgen voor veel ervaring binnen de lijnen en zijn een verlengstuk voor mij. Hopelijk blijven ze dit seizoen fit, want dan kunnen we veel plezier aan ze beleven.”
Tekst: Jordi Smit
Foto: Hans van Beek