Mike Ruijter bouwt niet af. ‘Ik stop. Misschien in de toekomst een vriendenteam‘.
Als speler van Swift schreef Mike Ruijter (34) in 2017 geschiedenis door in de eerste ronde van de KNVB-beker Eredivisionist Vitesse uit te schakelen. Ruijter schoot in minuut 124 de beslissende strafschop binnen, de ploeg van de zieke Henk Fraser droop (Fraser werd die legendarische avond vervangen door de huidige Vitesse trainer-coach Edward Sturing) onder het oog van 1.500 uitzinnige fans af van het knusse Sportpark Olympiaplein in Amsterdam. Het is één van de hoogtepunten van de robuuste verdediger, die na 29 ‘dienstjaren’ op het veld afzwaait. ,,Tijd voor het gezin, ik ga voorlopig lekker tennissen en padellen.”

In 2018 keerde Ruijter terug op het veld waar het allemaal was begonnen. Pancratius was de eerste vereniging waar de jonge Ruijter zijn eerste stappen op een echt voetbalveldje zette. ,,Ik kan mij herinneren dat ik als vijfjarige al fanatiek was. Ik had altijd zin om te spelen. Voetballen werd met de paplepel ingegoten. Mijn vader voetbalde en ik ging altijd mee met mijn oudere broer Raymond die bij Pancratius in het eerste elftal voetbalde.”
Gebroken seizoen
In die tijd zal Ruijter vast niet hebben nagedacht hoe zijn laatste voetbalseizoen zou gaan verlopen. In mei 2023 werd het gekoesterde zondag kampioenschap uitbundig gevierd met zijn ‘Panca’ ploeggenoten. Onder de nieuwe naam SCPB’22 promoveerde de equipe van Danny Hijzelendoorn naar de Eerste klasse en ging vervolgens op de zaterdagen spelen. Veel veranderingen in korte tijd. Ruijter nam een rationale beslissing door aan te kondigen dat het zijn laatste voetbalseizoen zou gaan worden. Hoewel nog geen ‘oude man’, begon het lichaam te sputteren. Het werd een gedenkwaardig laatste seizoen voor Ruijter. ,,Ik startte het seizoen met een gebroken arm. Twee duels voor de winterstop deed ik pas weer mee. Ook Dominique Sweers is er lang uit geweest. Wij samen vormden vorig seizoen de basis in het centrum van de verdediging. Op mijn leeftijd is een goede voorbereiding noodzakelijk om in het ritme komen. Met alle onderbrekingen, nadat ik medisch fit was, zoals winterstop en wintersport, heb ik een gebroken seizoen gehad. Omdat de resultaten ook tegenvielen en dat in de hoofden ging zitten, met een wisseling van trainer, was het al met al niet mijn beste jaar. We verloren ons laatste thuisduel met 0-9 van AGB. Misschien was het wel exemplarisch? We zijn in elk geval vorig weekend niet omgekocht.”
Profvoetbal
Ruijter speelde zijn eerste jaren in Badhoevedorp, maar had één droom. ,,Ja, ik wilde al heel jong profvoetballer worden. Daar droomde ik écht van. Via een KNVB-selectie team viel ik op en kreeg een uitnodiging van FC Utrecht voor een test. Ik was op dat moment bezig met een overschrijving naar AFC. Ik werd kampioen met Pancratius in de C-jeugd en verkaste vervolgens in de zomer naar FC Utrecht. In mijn jongste jaren was ik trouwens altijd spits, ik kan op trainingen nog wel aardige goals maken hoor. De natuurlijke drang naar voren zit er in.”
AFC
Ruijter speelde tot en met de B1 (O17) bij FC Utrecht onder trainer Mark Verkuijl. ,,Ik heb kampioenschappen meegemaakt. Ik heb tegen jongens als Leroy Fer, Luke de Jong, Ricky van Wolswinkel, Georginio Wijnaldum en Luciano Narsingh gespeeld. Mijn moeder hield in die tijd alles bij. Wedstrijdboekjes bleven bewaard. Ik ben er trots op dat ik op dat niveau en tegen die spelers heb gevoetbald. Als C-junior mocht ik mee met de B-jeugd naar een buitenlands toernooi, een aparte ervaring ook omdat ik niemand in dat team verder kende. In mijn beste jaren moest ik uiteindelijk weg bij FC Utrecht. Het was niet leuk om te horen en mee te maken, maar ik heb er niet echt mee gezeten. Ik pakte de draad weer op. Mijn neefje speelde bij AFC en via mijn oom ben ik daar terechtgekomen.”

,,In mijn eerste jaar bij AFC werden we gelijk kampioen in de A-jeugd. In mijn twee jaar mocht ik meetrainen met het eerste elftal van trainer Cor ten Bosch, die uitkwamen in de zondag topklasse (nu tweede divisie, red.). Ik heb mijn debuut gemaakt in februari 2009 tegen FC Hilversum, die ook met grote namen speelden. Ik weet nog dat ik hartstikke zenuwachtig was, maar later las ik in de media terug dat ik een fantastische wedstrijd speelde. Dat seizoen werd AFC kampioen, maar ik zat nog niet in de selectie van het eerste. Het seizoen 2009-2010 kwam ik volledig bij de selectie van AFC. We werden opnieuw kampioen. Tijdens de algemene Topklasse kampioenschappen kwam Heerenveen speciaal voor mij kijken, maar ze namen Enrico Patrick in de tas mee terug naar het noorden.”

Katwijkse vis
In totaal speelde Ruijter zes seizoen bij AFC, waarvan vier jaar in het eerste. De volgende stop werd ‘De Bollenstreek’. ,,Ik maakte in de winterstop bekend dat ik zou vertrekken bij AFC en naar het Quick Boys van Ted Verdonkschot zou gaan. Ik heb in totaal drie seizoenen in Katwijk gespeeld. De eerste twee jaren speelde ik alles, maar we werden geen kampioen. Het derde jaar speelde ik weinig, maar werden we wél kampioen. Ik werd een soort ideale twaalfde man. Het team stond goed, het draaide. Ik heb het heel erg naar mijn zin gehad, maar ik wilde wel spelen. Quick Boys tegen Katwijk voor 8.400 toeschouwers was een enorm mooie ervaring.”

Op zoek naar een nieuwe club nam Ruijter het heft in eigen handen. ,,Ik belde met Bert van Dun van Accent Sport. Zo ben ik bij Swift gekomen, onder trainer Mark Evers in het eerste jaar. Bart Logchies heb ik de twee seizoenen daarna meegemaakt als trainer. De wedstrijden tegen Vitesse en daarna in de Kuip tegen Feyenoord zijn de krenten in de pap. In de Kuip zat de onderste ring helemaal vol. Samen met de Katwijks derby en het penalty moment, met de ontlading daarna zijn wel hoogtepunten. Het zou gek zijn als ik dat niet zo zou zien. Nog regelmatig denk ik er aan terug, of ik word aangesproken op dat ene moment.”

Ruijter koos na Swift voor het voetbal op een lager pitje bij zijn jeugdliefde Pancratius, dat later opging in fusieclub SCPB’22. ,,Ik wilde tijd maken voor mijn jonge gezin. Maar, dat is niet helemaal gelukt. Als ik een commitment maak, dan ga ik er voor. Ik heb er altijd moeite mee gehad om me af te melden. De plicht roept. Het is een belofte die je maakt richting je team en je trainer. Dat je er bent. Op een hoger amateurniveau is het vanzelfsprekend, bij Swift was het al anders. Inmiddels laat ik het makkelijker van mij afglijden. Ik ben nu eenmaal zo opgevoed: afspraak is afspraak. Dat is voor mij gewoon.” Gaat komend weekend dan echt het laatste duel worden? ,,Ik kijk of ik mij kan opladen”. ,,Of ik überhaupt kan spelen? Ik kamp met achillespees problemen. Misschien ben ik er ook wel klaar mee en aan toe om het af te sluiten. Ik kijk uit naar het niet meer hebben van verplichtingen. Mijn zoon, de jongste, heeft al veel interesse in een bal en mijn dochter gaat hoogstwaarschijnlijk hockeyen. Jeugdtrainer? Voorlopig ga ik een jaar helemaal niets doen.”
Lol
Ruijter kijkt met trots terug op de dingen die hij heeft mogen doen en meemaken. ,,Ik heb een mooie voetballoopbaan gehad. Met schoolvoetbal werden we tweede van Nederland, echt geweldig! Ik heb het overal naar mijn zin gehad, bij elke club. Ontzettend veel gelachen. De trainingskampen waren altijd erg leuk. Toen die tijd had je met elkaar een ander soort lol. Vroeger kon er wat meer. Vooral de humor in de kleedkamer ga ik missen.”