In de bondsvergadering van de KNVB is gisteravond (dinsdag) besloten dat clubs die uitkomen in de Tweede en Derde Divisie de komende jaren minder spelers onder contract hoeven te hebben. Daar tegenover staat de instroom van meer beloftenteams van betaaldvoetbalorganisaties vanaf het seizoen 2018/2019.
Vertegenwoordigers van de Tweede en Derde divisie, Eerste divisie, Eredivisie, de ledenraad amateurvoetbal en de directie van de KNVB kwamen eerder tot dat compromis. Dinsdagavond werd dat voorstel tijdens de bondsvergadering bekrachtigd. Vanaf komend seizoen hoeven de clubs minder spelers onder contract te hebben en ook tegen een minder aantal uren. Het aantal contractspelers hangt eveneens af van de kwaliteit van de jeugdopleiding.
In de Derde Divisie moeten minimaal drie spelers onder contract staan voor minimaal acht uur per week (dat was twaalf uur). Als een club een jeugdopleiding heeft met regionale of lokale certificering hoeft het geen spelers onder contract te hebben.
In de Tweede Divisie gaat het verplicht aantal contract spelers van dertien naar tien. Een gecertificeerde opleiding brengt het aantal contractspelers terug naar acht (bij lokale certificering) of vier (bij regionale certificering). Het aantal uren gaat terug van twaalf naar tien. Voor clubs die promoveren naar de Tweede Divisie is er een overgangsregeling (minimaal zes contractspelers).
De instroming van extra beloftenteams zal van start gaan in het seizoen 2018/2019. De exacte invulling daarvan zal later worden besproken. Wel is er afgesproken dat er maximaal vier beloftenteams in een competitie van achttien teams zullen zitten (Tweede en Derde divisie) en maximaal drie in de hoofdklasse (zestien teams).