Robin Thiel stopt aan het einde van het seizoen met keepen bij HBOK. De doelman van de Zunderdorpers krijgt een nieuwe functie bij zijn werk en is daardoor genoodzaakt om het voetbal achterwege te laten.
Thiel heeft de keuze om te stoppen moeten maken toen hij twee weken geleden een aanbod kreeg om te gaan werken als storingsbehandelaar op de meldkamer bij Waternet. “Natuurlijk is het jammer dat ik moet stoppen. Ik ben als jongen van vijf begonnen met voetbal en het was mijn lust en mijn leven. Dit was echter een unieke kans op een mooie functie binnen het bedrijf. Ik kon dit niet laten liggen. Uiteindelijk is het maatschappelijke leven toch belangrijker dan het voetbal.”
De 29-jarige doelman gaat HBOK niet helemaal verlaten. Hij blijft volgend seizoen namelijk wel lid bij de Zunderdorpers. “Ik zal de club waar nodig blijven ondersteunen. Als ik in het weekend of doordeweeks vrij ben en zij zitten in nood met keepers, zou ik altijd kunnen invallen. HBOK is altijd eerlijk tegenover mij geweest en ik wil de club daarom ook helpen wanneer dat nodig is.”
Thiel is momenteel aan het herstellen van een scheurtje in de driekoppige bovenarm. Die blessure liep hij afgelopen zaterdag op in de uitwedstrijd tegen Buitenveldert. “Ik kwam uit bij een voorzet en wilde de bal weg slaan. De rechtsbuiten van Buitenveldert kwam alleen met volle kracht aangelopen en hij liep ongelukkig tegen mijn arm aan. Het ging absoluut niet expres maar ik voelde wel meteen dat het niet goed zat. Ik was bang dat mijn onderarm gebroken was maar gelukkig bleek in het ziekenhuis dat het een scheurtje was. Ik hoop dat ik binnen twee weken weer hersteld ben.”
Na een goede eerste seizoenshelft zit HBOK na de winterstop in een slechte fase. Thiel heeft daar niet echt een verklaring voor. “Ik vind het lastig om te zeggen waardoor het komt. Als ik het realistisch bekijk hebben we voor de winterstop af en toe mazzel gehad. Op dit moment zit het gewoon even tegen. Ik hoop dat we aankomende zaterdag tegen BOL weer een keer een overwinning kunnen boeken.”
Foto boven: Jan Vonk