Opa van Nits-zanger Henk Hofstede een van de J.O.S.-oprichters: “Ik was er eigenlijk altijd”

De Amsterdamse voetbalvereniging JOS Watergraafsmeer bestaat 7 februari maar liefst 100 jaar. Samen met Richmond Bossman, Henk Hofstede, Joop Vlug, Richard Pel en Maurice Renger bespreken we het rijke clubverleden van de voetbalvereniging. Dit is deel 5: Nits-zanger Henk Hofstede.

Familie Hofstede

De huidige jongeren van JOS Watergraafsmeer kennen de naam Henk Hofstede hoogstwaarschijnlijk uitsluitend van het nummer J.O.S. Days dat voor elke wedstrijd van het Eerste Elftal door de boksen klinkt. Opa Hofstede heeft echter een essentiële rol gespeeld binnen de clubgeschiedenis. “Mijn opa is in de jaren ’30 met een aantal anderen J.O.S. begonnen”, vertelt Henk Hofstede trots. “Onze hele familie was daardoor behoorlijk veel met de club bezig. Samen met mijn vader, ooms en opa ging ik elke zondag naar het veld om te kijken en te spelen. Ik was er eigenlijk altijd.”

De familie Hofstede bestond overigens niet uit grootse voetballers. “Oom Wim Hofstede heeft nog een tijd de welpen getraind. Daar zijn nog wel foto’s van. Mijn vader was ook niet echt een goede voetballer, al weet ik dat niet zeker. Ik heb hem zelf nooit zien spelen, want toen hij mij kreeg was hij al wat ouder en kreeg hij last van zijn rug.”

Zélf speelde Henk Hofstede nooit voor J.O.S., vanwege zijn voetballende kwaliteiten. “Dat vertel ik ook in het liedje, wat over mijn mislukte poging om in J.O.S. te spelen gaat. Het was natuurlijk zo dat iedereen er vanuit ging dat ik bij de club ging spelen. Dat kon natuurlijk niet anders in de hele traditie van de familie. Maar in de jaren ’60, toen ik oud genoeg was om een proefwedstrijd te spelen, was J.O.S. zo populair dat ik simpelweg niet goed genoeg was. Ik was overigens ook niet zo’n hele goede voetballer. Ik kon redelijk keepen, wat ik op school nog wel heb gedaan, maar voetballen ging gewoon niet zo geweldig. Dus ik haalde de toelating niet. Dat was in de familie toch wel zeker een klein drama.”

J.O.S.

Lang duurde dat ‘drama’ niet, want Hofstede vond al snel zijn passie waarin hij goed was: zingen. Toch wist hij op latere leeftijd zijn passie voor muziek maken te combineren met de clubliefde. “Ik was altijd al met muziek bezig, dus daar ben ik in gerold. Toen ik later liedjes ging schrijven en het album ‘In the Dutch Mountains’ maakte, wat ging over mijn tijd in Amsterdam-Oost, kwam dat complete verhaal weer naar boven. Toen heb ik een liedje gemaakt over het verdwenen oorlogsmonument, dat vroeger tussen de velden stond. Als kind maakte ik dat monument mee, want dat was een plek om op te spelen. Op het monument stonden namen van jongens die in J.O.S. speelden en in het begin van de Tweede Wereldoorlog sneuvelden. Dat heb ik in het nummer samengevoegd. Het is een liedje over de oorlog en het verlies van het monument. En daar mijn kleine verlies tegenover.”

Het schrijven van het nummer was voor Hofstede een creatief proces. “Dat komt al schrijvend tevoorschijn. Ik bedacht me dat het monument opeens was verdwenen en mensen bovendien niet weten waar het is. Nog steeds word ik door verenigingen die zich bezighouden met verdwenen oorlogsmonumenten opgebeld, omdat het verboden is om monumenten zomaar af te breken. Dus ik besloot daarover te schrijven.” Hofstede ziet het monument als een stuk geschiedenis van de club. “Daarom is het ook jammer dat het monument is verdwenen, want voor een vereniging die al zoveel jaren bestaat speelt de oorlog zeker een belangrijke rol. Dat kan niet anders.”

Geschiedenis

De zanger van Nits wist met het nummer de geschiedenis van het monument voor altijd vast te leggen. “Volgens kenners is J.O.S. het enige, échte voetballied dat ooit in Nederland is geschreven. ‘Oei oei oei dat was me weer een loei’ van Johan Cruijff was leuk, maar niet vergelijkbaar met wat wij maakten. Cruijff was een geweldige voetballer, maar niet een groots zanger en performer”, zegt Hofstede lachend.

Hofstede volgt JOS Watergraafsmeer nog altijd, maar is fysiek vrijwel niet meer bij de club aanwezig. “Als ik een berichtje over JOS Watergraafsmeer voorbij zie komen, dan lees ik die altijd wel. Ik heb toch voor altijd een bepaalde band met de club. Mijn hele leven woon ik al in Amsterdam-Oost en mijn moeder woonde haar hele leven in die buurt. Dat gold voor een hoop familieleden die allemaal zijn opgegroeid met de voetbalvereniging. Het was vroeger écht een arbeidersbuurtje, waarin mensen duidelijke vrijetijdsbestedingen hadden. Dat was voetbal en zingen in de operettevereniging.”

Traditie

Hofstede vindt het nog altijd mooi om te zien dat zijn nummer voor elk duel over het hoofdveld klinkt. “Wanneer ik het nummer op het podium speel, dan vertel ik eigenlijk altijd aan het publiek over de geschiedenis van het nummer. Ik hoorde een paar jaar geleden tijdens een interview met De Volkskrant dat het nummer ook vaak wordt gespeeld rondom wedstrijden. Dat vind ik prachtig, mede omdat het in lijn ligt met de traditie in Engeland. Nummers uit de popmuziek spelen daar een rol bij clubs als Liverpool en Arsenal. Dan is het prachtig dat dit ook bij JOS Watergraafsmeer gebeurt. Mooi dat de club nog altijd mijn nummer speelt”, aldus Hofstede.

JOS Watergraafsmeer is voor de reünie/feestavond nog op zoek naar voormalig leden van de vereniging. Deze personen kunnen zich hier aanmelden.

Tekst: Jordi Smit
Foto: Roel Wijnants

Voorzitter Joop Vlug: “JOS Watergraafsmeer is een deel van mijn leven”

Blijf op de hoogte en volg ons via Facebook, Instagram en Twitter!
▼Bezoek ook de clubpagina(s)