Real Sranang heeft haar zaterdagelftal teruggetrokken uit de competitie. Het bestuur heeft dit besloten nadat een kern van acht spelers bij de veteranen ging spelen. Daarna is het de club niet meer gelukt om een volwaardig elftal op de been te brengen. Afgelopen seizoen promoveerde Real Sranang nog via de nacompetitie naar de derde klasse.
Het zaterdagteam van Real Sranang bestond uit een aantal vaste spelers die rond de 40 waren. Ze speelden al sinds februari met het idee om over te stappen naar de veteranen. “Wij hadden, zeker na de promotie, nog de hoop dat ze toch door wilden gaan. Dat was achteraf een verkeerde inschatting. Als we vanaf het begin er al op hadden ingespeeld, was het waarschijnlijk wel gelukt om een volwaardig team op de been te hebben”, zegt de eerlijke voorzitter Edwin Lieveld.
Real Sranang heeft deze zomer nog wel met een groep getraind en oefenwedstrijden gespeeld. Maar dat mocht niet meer baten. “Die jongens bleken deels kwalitatief niet goed genoeg en de jongens die wel de kwaliteiten hadden lieten te lang op zich wachten met een besluit. Uiteindelijk hebben we twee weken geleden de knoop doorgehakt.”, zegt Lieveld. “We maken nu een even pas op de plaats en volgend jaar willen we een herstart maken in de vierde klasse.”
Alsof het nog niet genoeg was, werd het zondagteam van Real Sranang afgelopen weekend in de eerste competitiewedstrijd tegen Waterwijk ook nog op een 9-0 nederlaag getrakteerd. Afgelopen seizoen werd promotie nog nipt misgelopen in de nacompetitie door de Amsterdammers. Lieveld hierover: “Het is een samenloop van omstandigheden. Het was een lastige voorbereiding en er zijn wat nieuwe jongens bij gekomen. Nog niet iedereen was aanwezig”. Ondanks het enorme pakslaag gaat Lieveld ervan uit dat het een incident was. “We hebben wel vanuit het bestuur gezegd dat het zo niet kan. Maar de nederlaag was geflatteerd en misschien was het een goede wake up call. Als iedereen erbij is moet het goed komen. Dan hoop ik de volgende keer met goed nieuws voor jullie te komen”, knipoogt de voorzitter tot slot.
Tekst: Koen Vanhellemont